Een bundeltje oorlogsliederen(1914)–Lode Krinkels– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Andere tijden. Gekende wijs. Oud-Heidelberg. Ach, oude duitsche heerlijkheid, Waar zijt gij thans gebleven? Nooit zien we u weder, gouden tijd, Voor altoos weggedreven! Vergeefs zien wij de wereld rond! Alom krijgt Pruisen voor zijn... mond... O jerum! jerum! jerum! O quae mutatio rerum! De pinhelm ligt geblutst in 't stof Op België's breede banen; De Vlaamsche Leeuw verscheurt den Mof, Zoo doen ook Waalsche hanen. Men pluimt den Duitschen adelaar Gelijk een nuchter kieken gaar... O jerum! jerum! jerum! Qualis mutatio rerum! Waar zijn de pralers, door Berlijn Ten oorlog uitgezonden, [pagina 13] [p. 13] Die België moesten maken klein? Meest allen zijn verzwonden! Zij trokken, met gebogen rug, Naar Moffrika ijlings terug. O jerum! jerum! jerum! O quae mutatio rerum! Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat Hoort men geweldig liegen; De duitsche pers vol leugens staat Die niemand meer bedriegen. Vergeefs houdt men de oogen dicht: De waarheid komt toch aan het licht! O jerum! jerum! jerum! O quae mutatio rerum! De felle duitsche overmoed Die alles wou verslinden, Die gaat ten gronde kort en goed. Hij zal van d'aard verzwinden. Des Hohenzollern's schaadlijk ras Verzuipt men in een diepen plas. O jerum! jerum! jerum! O quae mutatio rerum! Dan heerscht, o vrienden, vrede op aard, Dan worden vriendschapsbanden Gesmeed van hechten, gouden aard Door volkren aller landen. Wij zijn geen keizersknechten meer Wij zijn voortaan ons eigen heer... O jerum! jerum! jerum! O quae mutatio rerum! Vorige Volgende