Een bundeltje oorlogsliederen(1914)–Lode Krinkels– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Ik ben een Pruis ‘Ik ben een Pruis! Zeg, kent gij mijne kleuren?’ Gij zijt een schoft, een moordenaar, een dief! Uw woord van eer hebt smaadlijk gij geschonden, Gij hebt vernield wat duur ons was en lief... Voor 's werelds aanschijn klagen Wij, tot aan 't eind der dagen, Bij donkre nacht, bij heldre zonneschijn: Gij duitsche dief, een schoft zult ge altijd zijn... Gij, laffe beest, die 's nachts arglooze lieden Met bommen doodt, en ijlings neemt de vlucht, Onveilig maakt gij lang bereids de aarde, Onveilig wordt door u voor aan de lucht; Zoo sluipen als de tijgers De laffe duitsche krijgers In 't donker voort, en moorden groot en klein... Gij duitsche dief, een schoft zult ge altijd zijn... Gij woudt ons land, dat eens u broeder noemde, Vernielen gansch in vuur en dampend bloed; Uw heilloos doel zaagt gij in puinen storten: Gij kendet niet der Belgen heldenmoed! Uw juk zal niemand dragen: En schandelijk u verjagen Dat zal voortaan een heilgen plicht ons zijn! Gij duische dief, een schoft zult ge altijd zijn... [pagina 12] [p. 12] Gij steekt den brand in Leuvens' duurste schatten, Door eeuwen geestesarbeid opgesteld; Uw woest gehuil stijgt met den gloed der vlammen: Nu viert triomf het ruw en dom geweld! Brandt tempels plat, o Pruissen! Brandt tempels plat, o Pruisen! Toont wat gij zijt, aan Dijle en aan Rijn! Gij duitsche dief, een schoft zult ge altijd zijn... ‘Ik ben een Pruis!’ Met gruwen hoort de wereld Dien naam, en vloekt hem door de tijden heen! Dra komt het uur waarop gij smeekt: erbarmen! Dan klinkt het dondrend over 't aardrijk: Neen! De volkeren, verbonden, Verpletteren de honden’ Die laffer nog dan laffe dieren zijn... Een eeuwge schande is 't, een PRUIS te zijn!... Vorige Volgende