Een bundeltje oorlogsliederen(1914)–Lode Krinkels– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Donnerwetter! De Moffen komen over de grens Met lamme voeten en zwaren pens; Ze zijn met velen en 't wapengekletter Vervult de lucht, Donnerwetter! De Moffen komen met grof geweld In 't waalsch gebergte, in 't vlaamsche veld. ‘Nach Paris! Nach Paris!’ klinkt hun gekwetter, Zij dringen voort, Donnerwetter! De Moffen vroegen geen oorlof aan Om door der Belgen land te gaan; Dit wekte bij Vlamen en Walen geketter En gramschap groot, Donnerwetter! De Moffen bracht men al gauw tot stand, Want Walen en Vlamingen, hand in hand, Onthaalden hen op geweergeknetter Op vuur en lood, Donnerwetter! De Moffen, ze schrikten, ondanks al hun macht, Zij hadden zich daaraan niet vernacht. Ook hoorde men plots een wreed geschetter In hunne broek, Donnerwetter! De Moffen vertelden: ‘Och, België is klein, ‘Dat zal voor ons een speeldingen zijn!’ Maar dat is abuus! Wij kloppen te pletter Hun lomp gefreet, Donnerwetter! Vorige Volgende