| |
| |
| |
Zestiende hoofdstuk.
Het gedrag bij sommige familiegebeurtenissen.
In de meer aanzienlijke standen worden sommige familiegebeurtenissen in ruimer kring bekend gemaakt dan in die van naaste bloedverwanten of kennissen en geven dan aanleiding zowel tot verschillende bijzondere aankondigingen als tot het houden van receptie's, het ontvangen en brengen van bezoeken, het aanbieden van geschenken, enz.
In al deze zaken richt men zich naar de gebruiken van plaatsen en tijden en zo men zich daarvan niet op de hoogte stelt, zal men licht tegen de hoffelijkheid misdoen.
Toch zijn hier enige algemeen geldende wenken te geven, die niet zonder nut zullen blijken, om bij zulke gelegenheden ten minste enigszins op de hoogte te zijn van wat de wellevendheid van eenieder naar zijn positie vergt.
Dergelijke gebeurtenissen zijn o.m.:
1. | De geboorte van een kind. |
2. | Een verloving. |
3. | Een ondertrouw. |
4. | Een huwelijk. |
5. | Een H. Wijding. |
6. | Een Jubiléfeest. |
7. | Een sterfgeval. |
| |
| |
Wij laten hier voorafgaan enige algemene wenken en geven daarna enige bijzondere aanduidingen voor elk dezer gebeurtenissen.
| |
Algemene wenken.
1. Kennisgeving geschiedt door mondelinge mededelingen of aanzeggingen, door particuliere telegrammen, brieven of briefkaarten, door circulaires of gedrukte kaarten, door advertenties in de bladen.
a) Mondelinge mededeling of aanzegging. Zij geschiedt in de plaats zelve bij geboorte en bij sterfgeval en wel door den eigen bediende van het huis of door particuliere aanzegging volgens een afgegeven lijst. Bij sterfgevallen ook wel door aansprekers, huis aan huis. Bij zogenaamde jubilea (koperen, zilveren of gouden feesten) wordt zelden ter aankondiging gebruik gemaakt van advertenties. Mondelinge of schriftelijke mededelingen van bloedverwanten of bekenden zijn het gewone middel om voldoende bekendheid aan de ophanden zijnde gebeurtenis te geven. Voor officiële personen, voor ambtsbediening enz. wordt de bekendmaking gewoonlijk door berichten in de plaatselijke pers in voldoende mate verkregen.
Particuliere aanzegging vordert steeds een bewijs van belangstelling, algemene behoeft niet door allen beantwoord te worden.
b) Telegrammen en particuliere brieven, soms ook briefkaarten. Zij zijn hartelijker dan gedrukte circulaires en worden dus gebruikt voor degenen, met wie men in geheel bijzondere betrekking staat of voor wie de gebeurtenis een bijzondere betekenis heeft.
| |
| |
Zo zal men bij een geboorte grootouders en peter en meter telegraphisch verwittigen en bij een verloving eigen broers of zusters zo niet mondeling, dan toch zeker eigenhandig dit nieuws mededelen, voordat het openlijk bekend gemaakt wordt.
Zij vorderen een persoonlijk bezoek, een telegram, brief of briefkaart tot antwoord.
c) Circulaires en gedrukte kaarten. Deze dienen tot bizondere aankondiging voor familieleden, vrienden en bekenden. Zij zijn vaak zeer verscheiden in vorm en inhoud, ook voor dezelfde omstandigheden. Kaarten worden ook gebruikt als dankbetuiging voor bewezen belangstelling. Wie zulke aankondiging ontvangt, moet ten minste een kaartje terugzenden.
Modellen van vorm en inhoud zijn gewoonlijk in ruime keuze voorradig bij de drukkers van dergelijke kennisgevingen.
d) Advertenties in de bladen. Ze dienen zowel tot aankondiging der gebeurtenissen als tot dankbetuiging voor de daarbij ondervonden blijken van belangstelling of deelneming.
Goede en verstandige Katholieken plaatsen hun advertenties in Katholieke bladen en niet dan bij hoge uitzondering en om afdoende reden bovendien in niet-Katholieke bladen.
2. Receptie. Door receptie verstaat men: een van te voren tegen een bepaalde dag en een bepaald uur aangekondigde gelegenheid om door plechtig persoonlijk bezoek belangstelling te komen betonen in een feestelijke gebeurtenis.
De tijd der receptie is gewoonlijk kort, omdat vele bezoekers gezamenlijk moeten ontvangen worden. Bij sommige gelegenheden wordt voor zulke
| |
| |
plechtige ontvangst de receptiezaal met planten en bloemen gesierd, welke laatste te dien einde ook door bloedverwanten en vrienden op die dag worden toegezonden.
Door verschikking van meubelen wordt het vertrek zo ingericht, dat het gelijktijdig veel bezoekers kan ontvangen.
Niet zelden worden behalve de ontvangen bloemversieringen, elk met het kaartje van de toezenders, ook op dezelfde wijze de ontvangen geschenken uitgestald.
Degenen, die ‘receptie’ houden, ontvangen in de regel staande en blijven in een groep bij elkander. De bezoekers gaan ter receptie in het feestkleed, dat bij de plechtigheid past en onderhouden over 't algemeen de regels voor deftige visites. Zij blijven echter ook staan, zorgen te gelegener tijd, d.i. op hun beurt, hun gelukwensen aan de hoofdpersonen aan te bieden en daarna aan de anderen, die medeontvangen; zij onderhouden zich verder met dezen of met andere bekende aanwezigen, laten zich aan onbekenden voorstellen; nemen, zo daartoe de gelegenheid is, de geschenken in ogenschouw en verwijderen zich zonder van al de aanwezigen afzonderlijk afscheid te nemen.
Soms worden er versnaperingen gepresenteerd; gebruikt men daarvan, dan ontdoet men zich even van de rechterhandschoen.
Er moet gezorgd worden, dat de bezoekers door een bediende naar de receptiekamer worden begeleid en dat hun namen door dezen of een ander worden opgetekend, om naderhand niemand een tegenbezoek of dankbetuiging schuldig te blijven.
Familieleden, die zich belasten met het rondleiden
| |
| |
bij de bezichtiging der geschenken, hebben te zorgen, dat deze alle zo voordelig mogelijk geplaatst worden en dat zij enige woorden van dank en van lof brengen bij de bezichtiging van datgene, wat de bezoeker zelf of iemand met wien deze in nauwe betrekking staat, bij deze gelegenheid heeft aangeboden.
3. Geschenken. Men kiest voorwerpen, die aangenaam zullen zijn, en min of meer bij de gelegenheid passen. Het is aan naaste familieleden of bijzonder goede vrienden niet verboden van te voren eens te polsen, wat gewenst wordt. Men doet dit dan bij de omgeving van de betrokken personen. Het verdient intussen aanbeveling zijn keuze altijd te bepalen op een voorwerp, dat uitmunt in zijn soort. Daardoor wordt het geschenk als vanzelf aangenaam en steeds gewaardeerd.
Katholieken behoeven zich zeker niet te schamen aan hun geloofsgenoten ook godsdienstige voorwerpen aan te bieden ter versiering van hun woning; zij zullen daarentegen, vooral bij de keuze van zogenaamde kunstvoorwerpen als beelden, platen, groepen, enz. zorgen, rekening te houden met de eisen der strengste betamelijkheid, opdat, bij het aanschouwen daarvan, niemand, zelfs geen onschuldig kind, zich ooit gedrongen gevoele de ogen neer te slaan of van dat voorwerp af te wenden.
Wordt er receptie gehouden, dan zorgt men steeds een visitekaartje bij zijn geschenk te voegen, voor 't geval dat de cadeaux geëxposeerd zouden worden. Bij het geven van cadeaux moet alle overdrijving en overtollige weelde zorgvuldig geweerd worden; het ontaardt anders spoedig in een ernstig misbruik, dat door een ieder verfoeid wordt en waaronder toch allen blijven gebukt gaan.
| |
| |
| |
1. Geboorte van een kind.
De circulaires zijn gewoonlijk van een klein formaat en worden in een open enveloppe verzonden.
De ouders geven kennis; soms ook de oudere kinderen of de jonggeborene zelf, zowel in de circulaire als in de advertentie. Peter en meter zijn, als zij kunnen bij het H. Doopsel tegenwoordig; zij moeten in ieder geval hun toestemming gegeven hebben om peter of meter te zijn om als zodanig te kunnen worden opgegeven aan den priester, die het H. Doopsel toedient.
De ouders hebben te zorgen, nooit iemand als peter of meter te vragen, die volgens de kerkelijke wetten van dit ambt is uitgesloten en hun toestemming vóór het doopsel te hebben verkregen. Kunnen peter of meter niet bij de H. Doop aanwezig zijn, dan moeten zij een plaatsvervanger(ster) aanwijzen om het kind ten doop te houden.
Peter en meter geven hun petekind vaak een geschenk ter herinnering aan het H. Doopsel.
Wie een mondelinge kennisgeving ontvangen heeft, laat zijn kaartje brengen en tevens mondeling informeren naar de toestand van den jonggeborene.
Op een telegram, brief of briefkaart mag niet met een kaartje alleen geantwoord worden, wel op een circulaire.
Wie geen persoonlijke kennisgeving ontvangt, mag toch gerust een blijk van belangstelling geven. Zulke voorkomendheid wordt zelfs hoog gewaardeerd.
Ongeveer veertien dagen na de geboorte, als de ‘kerkgang’ heeft plaats gehad, wordt bij de advertentie, om te bedanken, kennisgegeven van dag en uur, waarop bij voorkeur bezoeken ontvangen worden.
Alleen dames leggen dan bezoeken af.
| |
| |
| |
2. Verloving.
Door ‘verloving’ verstaat men het onder goedkeuring der ouders openlijk uitgesproken en medegedeeld plan van een later te sluiten huwelijk.
Aan naaste bloedverwanten der verloofden wordt het plan mondeling of schriftelijk bekend gemaakt.
Aan anderen geschiedt dit door toezending der beide kaartjes in één enveloppe zonder enige bijvoeging, soms van beider naam op één toegevouwen kaartje, met of zonder het woord ‘verloofd’. Wordt er een receptie aangekondigd, dan lette men op hetgeen daarover op bladz. 263 gezegd is.
De wellevendheid vordert, dat men aan ieder der verloofden een blijk van belangstelling geeft, geëvenredigd aan de wijze van bekend maken en aan de vriendschappelijke verhouding.
Soms feliciteert men bovendien de ouders.
Advertenties worden zeer zelden ter kennismaking gebruikt. In sommige plaatsen wordt receptie gehouden. Zou het huwelijksplan later worden opgegeven, dan moeten de vroeger verloofden elkander alle geschenken, brieven, enz. teruggeven, die zij voor, bij of tijdens de verloving van elkander ontvingen.
| |
3. Ondertrouw.
Hierdoor verstaat men het zogenaamd ‘aantekenen’, dat vaak ‘de éérste roep’ in de kerk voorafgaat.
De dan volgende dagen tot het huwelijk noemt men de ‘bruidsdagen’.
De ouders van het bruidspaar geven bij de ‘ondertrouw’ door circulaires kennis van het voorgenomen huwelijk hunner kinderen.
| |
| |
Op deze circulaire worden vermeld: dag en plaats van het kerkelijk huwelijk en dag, uur en plaats der receptie, als deze gehouden wordt.
Geschiedt deze niet, dan vermeldt de circulaire: ‘Geen receptie’.
In de eigen woonplaats worden soms in plaats van circulaires ook kaarten rondgezonden, waarop de ondertrouw vermeld wordt van het bruidspaar met de nodige aanwijzingen over kerkelijk huwelijk en receptie.
Wie tot de bloedverwanten, vrienden en bekenden behoort en niet te ver verwijderd woont, gaat zelf ter receptie of laat, bij verhindering, tijdens de receptie zijn kaartje brengen. Meer verwijderde betrekkingen zenden op de huwelijksdag een telegram, brief of kaartje en wel aan het bruidspaar en aan de ouders, indien zij dezen kennen. Vooral huisgenoten van degenen, die aan de bruiloft deelnemen, of zij, die voor een uitnodiging daartoe bedankten, moeten op de huwelijksdag bijzondere blijken van belangstelling geven, ook al hebben zij van te voren bloemen, geschenken of gelukwensen gezonden.
| |
4. Huwelijk.
De Heilige Echtverbintenis wordt gesloten voor den priester des Heren en het zogenaamd burgerlijk huwelijk is voor den Katholiek slechts een regeling van burgerlijke en maatschappelijke gevolgen van de nieuwe levensstaat der gehuwden.
Volgens de van kracht zijnde burgerlijke wet moet deze regeling aan het kerkelijk of eigenlijk huwelijk voorafgaan. Meestal volgt het kerkelijk huwelijk dan aanstonds na het zogenaamd burgerlijk huwelijk.
| |
| |
Zou dit niet het geval zijn, dan zou het niet passen in bruidskleding op het raadhuis te verschijnen.
De toiletten van de bruid en van de aanwezige dames moeten door hun zedigheid in overeenstemming zijn met de eisen der vrouwelijke waardigheid en der heiligheid van het te ontvangen Sacrament.
Wie tot de bruidsstoet behoort, zorge stipt op tijd aanwezig te zijn en overal de hem aangewezen plaats in te nemen.
De Katholiek zal zich beijveren in de kerk door vroom gebed Gods zegeningen over het echtpaar af te smeken. Bruiloftsgasten bieden bij de ondertrouw hun geschenken aan.
Op de huwelijksdag wordt gewoonlijk door de jonggehuwden per advertentie kennis gegeven van het huwelijk en bedankt voor de ondervonden belangstelling.
Dit laatste doen dan ook somtijds de ouders.
Deze algemene dankbetuigingen ontslaan niet van de verplichting, door bezoeken, brieven of kaartjes nog particulier dank te brengen voor geschenken en bijzondere beleefdheden, bij het huwelijk ondervonden.
Maken de jonggehuwden een huwelijksreis, dan kunnen zij dit uitstellen tot na hun terugkomst, al zal een blijk van erkentelijkheid tijdens de reis gegeven, meestal zeer gewaardeerd en soms ook met recht verwacht mogen worden.
| |
5. Heilige Wijding.
Kennisgeving geschiedt mondeling, per brief of per circulaire door den wijdeling zelf.
Is er receptie, dan wordt dit tevens aangekondigd.
Al wie een aankondiging ontvangt, moet ook een
| |
| |
gelukwens zenden op de dag der H. Wijding aan den wijdeling en soms ook aan diens ouders.
Voor buitengewone blijken van belangstelling moet de wijdeling nog bedanken, al is hij begonnen met kennis te geven, en de ouders hebben op de hun passende wijze voor elke ontvangen gelukwensing hun dank te betonen. Aankondigen of bedanken geschiedt niet per advertentie.
| |
6. Jubilea.
Beperkten deze plechtige en feestelijke herdenkingen van huwelijk, priesterwijding, ambtsvervulling, enz. zich vroeger tot vijfentwintigjarige (zilveren), vijftigjarige (gouden) of zestigjarige (diamanten) feesten tegenwoordig worden zij ook reeds veel uitgebreid tot het twaalf-en-een-half-jarig of koperen feest, tot het veertigjarig jubilé, enz.
Wenselijk is het zeker een wijze beperking daarbij in acht te nemen, in plaats van door eigen voorbeeld die feesten steeds uit te breiden in aantal en in luister van herdenking; in ieder geval dient men zulke beperking te eerbiedigen, als de feesteling zelf dit verlangt. Voor den Katholiek is het zeker passend bij zulke gelegenheden, zo hij iets bijzonders doet, allereerst O.L.H. te danken en de armen te gedenken. 't Is dan ook niet zeldzaam, dat zulke feesten alleen kerkelijk gevierd worden, al sluit die viering een bescheiden herdenking in de huiselijke kring niet uit. Aankondiging per circulaire is niet gebruikelijk.
Een enkele maal treft men in de bladen een aankondiging per advertentie, door de kinderen of door de buren, vooral ten bate van mindergegoede gouden jubilarissen.
| |
| |
Voor receptie, geschenken, gelukwensen en bedanken moge hier verwezen worden naar de algemene wenken.
Alleen zij daarbij opgemerkt, dat er meer dan bij andere gelegenheden per advertentie bedankt wordt, ook daarom, omdat de deelneming vaak veel algemener is en de feestelingen door ouderdom of andere omstandigheden dikwerf minder geschikt persoonlijk kunnen bedanken.
| |
7. Sterfgeval.
Bij sterfgeval rust op de naaste familie of omgeving de plicht de nodige mededelingen van het overlijden te doen, de zorg voor de zielerust van den overledene en voor een passende begrafenis op zich te nemen en bij de regeling van dat alles het uitgedrukt verlangen van den overledene zo nauwkeurig mogelijk te eerbiedigen.
Over ‘aankondiging’ is reeds voldoende gesproken bij de Algemene wenken in dit hoofdstuk. De aankondiging van het overlijden geschiedt op zeer ruime schaal.
Hierbij dient nog slechts opgemerkt te worden de betekenis van enkele daarbij voorkomende uitdrukkingen. Zulke uitdrukkingen zijn:
a) Enige en algemene kennisgeving, onder een advertentie geplaatst, betekent, dat er geen circulaires of doodsbrieven worden verzonden.
b) Algemene kennisgeving sluit deze circulaire niet uit.
c) Geen bloemen of kransen betekent, dat men ten sterfhuize of bij de lijkstoet geen bloemen of kransen wenst te ontvangen om de lijkkist of de lijkwagen te tooien.
Gelukkig neemt thans het zich aanvankelijk verbreidend gebruik, deze tekenen van belangstelling te
| |
| |
geven, ook in deftige katholieke kringen, meer en meer af. Het past ook weinig bij de ernst des doods en strookt niet met de kerkelijke liturgie, al moge deze voor de lijken van jeugdige kinderen en maagden een enkel bloemkroontje toelaten. Het gebruik om, in plaats van bloemen te zenden, H.H. Missen te laten opdragen en daarvan blijk te geven door het zenden van daartoe verkrijgbare kaarten, is zeker te prijzen.
d) Verzoeke van rouwbeklag verschoond te blijven.
Deze mededeling beoogt het ontvangen van visites in de eerste dagen te voorkomen.
Zij verhindert echter naaste bloedverwanten en intieme betrekking niet, persoonlijk ten sterfhuize hun deelneming te gaan betuigen. Anderen kunnen dan toch persoonlijk hun kaartje gaan aanbieden.
Men kan echter met een bezoek ook wachten tot enige dagen na de begrafenis.
Over schriftelijke deelneming of brieven van deelneming is reeds gesproken op blz. 238.
Wie een kennisgeving ontvangt, beijvere zich allereerst en allermeest door gebed, H. Misoffer en de toepassing van aflaten b.v. van de H. Kruisweg, de ziel te hulp te komen. Dat is voor den gelovigen Katholiek een zoete plicht en een zoete troost tevens.
Men bidde te dien einde de Kruisweg en het Rozenhoedje en vooral make men gebruik van het doen opdragen of het bijwonen van het H. Misoffer, om Gods goedertierenheid in te roepen voor den overledene.
Wordt men particulier uitgenodigd ter begrafenis, of tot gezamenlijke godvruchtige oefeningen, dan geve men zo mogelijk aan die uitnodiging gevolg, met inachtneming der plaatselijke gebruiken.
Verder moet ieder, die een particuliere kennisgeving
| |
| |
ontvangt, een passend blijk van deelneming aan de hem bekende naaste familieleden geven. Kent men deze niet particulier, dan richt men zijn brief of kaartje aan den éérsten ondertekenaar, of ook wel aan de familie ten sterfhuize van den ontslapene.
De familie van den afgestorvene moet later passende dank brengen voor de bewezen deelneming, ook aan hen, die ze zelf vroeger met het overlijden in kennis heeft gesteld. Soms sluit men dan tevens een bidprentje in.
Dankbetuiging door advertentie alleen is in de regel niet voldoende. Men onderhoude de plaatselijke gebruiken met betrekking tot de tijd, waarop de dankbetuiging gebracht wordt. Deze is afhankelijk van de graad van verwantschap, waarin men tot den overledene stond; hoe meer verwijderd deze is, hoe spoediger de dank gebracht kan worden.
Neemt men aan een begrafenisstoet deel, dan zorge men, zo men niet tot de rouwdragenden behoort, in ieder geval voor deftige en donkere kleding. Een natuurlijk gevoel van eerbied voor den dode en van medelijden voor de bedroefde familie, verbiedt in het sterfhuis, of zelfs op straat in afwachting van de lijkstoet, of tijdens de begrafenis, niet alleen te schertsen, of luid te spreken, doch zelfs meer te spreken dan strikt nodig is.
Bij het graf staan de mannen met ontbloot hoofd. Wordt daar een toespraak gehouden, gelijk soms bij officiële personen voorkomt, dan dient de familie dit van te voren te weten; men onthoudt zich van alle tekenen van instemming en het oudste mannelijk lid der familie betuigt dan met een paar woorden zijn dank en beveelt de ziel van den afgestorvene in aller godvruchtige gebeden aan.
|
|