| |
N.
| |
[Naeuwincx. (Hendrik)]
NAEUWINCX. (Hendrik) In een kort overzigt der Geschiedenis van Audenaerde, door J. van de Velde, in den Messager des Sciences hist. etc., Gand, 1863, komt, onder de vroeger aldaar geboren beroemde mannen, op bl. 344, voor: ‘naeuwinck, schilder en graveur.’ Dit is dus op geheel ander terrein dan ik gemeld heb, dat hij zich bewogen heeft. Ik heb gemeend, dit hier te moeten meêdeelen; doch, zoolang er geene oorspronklijke bewijzen kunnen worden bijgebragt, dient alles in den vorigen staat te blijven.
| |
[Navez. (François Joseph)]
NAVEZ. (François Joseph) Bij dit Artikel moet ik nog voegen, dat deze Nestor in de kunst, met jeugdig vuur, twee schilderijen heeft vervaardigd, voorstellende Christus in den Hof van Gethsemané, en, de Verlosser na zijne
| |
| |
Verrijzenis, verschijnende aan Maria Magdalena; beiden munten uit doorteekening, opvatting en behandeling van penseel. Ze zijn vervaardigd voor de twee Altaren in de voltooide St. Catharine-kerk, op den Cingel, te Amsterdam, en den 4. April, 1861, daar geplaatst. - In 1862, heeft de Heer navez, 75 jaren oud, zijn ontslag gevraagd en eervol bekomen, als Onder-Voorzitter der Koninklijke Commissie van Gedenkgebouwen, in België.
| |
[Neer. (Aart van der)]
NEER. (Aart van der) Behalve zijn vermeld Portret, is er nog een door b. van der helst geschilderd, en door Teerlink's, of Terelink's Bavische (sic) Gallerijwerk, door reinier vinkeles - Zie aldaar bij Nagler - gegraveerd, in fo.
| |
[Neering. (W.)]
NEERING. (W.) De Portretten van de beroemde Jufvrouwen Elisabeth Bekker, Wed. Wolff, en Agatha Deken, in twee ovale lauwerkransen, op één bl., in 8o., zijn door w. neering del. en cardon sc. Hier zijn zij veel jonger voorgesteld dan de twee idem, door w. van senus sculp., zoodat neering bloeide in de tweede helft der XVIII eeuw.
| |
[Nicolai. (Isaak)]
NICOLAI. (Isaak) - Zie nog op SWANENBURG (Isaak Klaassen), en ook op denzelfden, in dit Aanhangsel.
| |
[Niels, (Theodorus, of Dirck)]
NIELS, (Theodorus, of Dirck) een Ingenieur, die zich, bij het beleg van 's Hertogenbosch, in 1629, zeer had onderscheiden, en, op grond daarvan, zich om eene bijzondere belooning tot 's Lands regering wende, zooals uit de Resolutiën der Staten-Generaal, 30 April, 1630, blijkt: ‘Opt versoeck van theodorus niels, Ingenieur, is hem vereert een gouden Medaille ter weerde van hondert ende veerthien guldens, in regardt van zyne goede diensten, gedurende 't belegh van 's Hertogenbossche extraordinarie gedaen, ende zal dselve Medaille hem by den Ontfanger-generael verhantreyckt worden.’ - Dat hij een praktisch man was in dat vak, vind ik in een idem Resolutie van 7 December, 1629, bewezen: ‘Opt versoeck van dirck niels, ingenieur in dienste deser landen is hem geconsenteert ende geaccordeert Octroy cum solitis clausulis et poenis, voor den tyt van vier jaeren, van seeckere Caerte by hem door last van Syn Extie. gemaeckt van 't Belech der Stadt 's Hertogenbossche alleen te mogen laten drucken ende vercoopen.’ - Dat men destijds van alle dergelijke gebeurtenissen, als om strijd, de eerste wilde zijn, om daarvan afbeeldingen te verkoopen, en dat toen dikwijls in strijd met de wetlijke bepalingen daaromtrent gegeven, gehandeld werd, is mij gebleken uit cornelis danckerts, Plaatsnijder, te Amsterdam, die voor dezelfde voorstelling ook octrooi had verkregen, onder bepaling, dat hij zijne kaart niet eerder dan die van niels mogt doen verschijnen. Doch danckerts was met de zijne veel vroeger gereed, en had de onvoorzigtigheid op zijne prenten te zetten met privilegie van hare Ho. Mo. niels klaagde hem aan, danckerts werd streng vervolgd en al de kaarten met dat Privilegie werden opgehaald en verbeurd verklaard. - Zie idem Resolutie, 22 Mei, 1630, en 8 Junij, 1630.
| |
[Nieulandt. (Adriaen van)]
NIEULANDT. (Adriaen van) Hierbij voeg ik nog, dat hij, in 1623, in Holland, werkzaam was, blijkens eene Resolutie der Staten-Generaal, van 14 Maart, 1623: ‘Is adriaen van nieulandt geaccordeert Octroy omme voor den tyd van vyff jaeren naestcommende alleene in de Vereenichde Nederlanden te mogen drucken, seeckere nyeuwe prente tot loff ende prys van 't Vrye Nederlandt ende den doorluchtigen Prince van Oraegnien. Verbiedende enz. op de pene van hondert car. guldens.’
| |
[Nieulant. (Willem van)]
NIEULANT. (Willem van) Een van de door mij genoemde poëtische Werken, welke hij te Amsterdam heeft uitgegeven, voert tot Titel: guil. van nieuwelandt, Jerusalems Verwoestingh door Nabuchodonosar. Treurspel. Op den Regel: Den droeven onderganck van Zedechias thoont, - Hoe Godt d' ondanckbaerheyt en
| |
| |
onghetrouheyt loont. T' Amsterdam gedruckt by Anthony Jacobsz., 1635, 4o. Onder den titel eene gravure, Nebukadnezar, op zijn troon gezeten, doet Zedekias de oogen uitsteken; beteekend g.v. nieulant. Het werk is opgedragen aan ‘Gasper Duarte, Coopman ende Beminder van alle vrye Consten.’ - Zijne dochter was gehuwd met den Schilder adriaen van utrecht. - Zie aldaar.
| |
[Nieuwland. (L., of J.L. van)]
NIEUWLAND. (L., of J.L. van) Nog vond ik, dat hij een ‘Zinneprent vervaardigde op het Huwelijk van Prins Willem V. en F.S.W. Princesse van Pruissen, te Berlyn, 4 October, 1767. Geëtst door j.l. van nieuwland.’ Met uitlegging, gr. in fo.
| |
[Nolpe. (Pieter)]
NOLPE. (Pieter) - Zie nog op VLIEGER. (Simon de)
| |
[Notelaer, (Joanne)]
NOTELAER, (Joanne) ‘Beeldhouwer, gegeven X silveren ducatons in erkentenis van het Beeld van Justitie in de Vierschare (te Breda) door denzelven gehouwen en gestelt: XXXJ gulden X st. Zie Archives des Arts etc. par A. Pinchart; Gand, 1860, I, bl. 50.
| |
[Noterman (Emanuel)]
NOTERMAN (Emanuel) is, naar verdienste, door Immerzeel vermeld. Ik moet daarop doen volgen, dat hij den 14. Mei, 1863, te Antwerpen, overleden is. Zie De Eendragt, van Gent; 1863, Nr. 24.
| |
[Nymegen. (Gideon van)]
NYMEGEN. (Gideon van) Ik vond van zijne hand zoogenaamde Princekannen, waarop 's Prinsen borstbeeld naar het leven, het Wapen van Nassau boven het hoofd, met devisen enz. vervaardigd; beteekend gideon van nymegen, 1675. Zie De Navorscher, XIII, bl. 270.
| |
[Nypoort. (Justus van der)]
NYPOORT. (Justus van der) Van zijn werk kan ik hier nog vermelden de Belegering van Weenen door de Turken, 1683, enz., in vier aan-een-gehechte bladen, beteekend just. nypoort invent. et delin. Men wil, dat hij deze met jac. hoffmann heeft gegraveerd. Zie Catalogus von Haller von Hallerstein; Neurnberg, 1860, bl. 101.
|
|