en Soenil die vooraan staan, luisteren er vol overgave naar.
Een trek van bitterheid komt op Margarets gezicht. Waarvoor gelden die woorden vol troost en blijde hoop hen wél, en haar en Amrita níet?
Die wereld van onzichtbare hoop, die wereld van geloof en liefde, die wereld van Ilse, van die tuinierster, van Kenneth, Rachelle en Soenil...
Het is niet de wereld die zij zich eigen willen maken.
Margaret huivert, ondanks de benauwde warmte die er in het zaaltje heerst. Ze weet het van zichzelf, ze voelt het aan van Amrita.
Wij willen de consequenties van het geloof niet. De eisen, de tien geboden: God liefhebben, onszelf verloochenen omwille van Christus en de ander.
Aannemen dat je jezelf niet kan redden, dat je voor je geluk afhankelijk bent van Christus' kruisdood. Wij willen het niet.
Margaret fluistert Amrita in haar oor: ‘Voel jij je hier thuis?’
Amrita fluistert terug: ‘Ik moet deze onzichtbare wereld niet.’
Hees van emotie fluistert ze verder: ‘Margaret, tussen Kenneth, Soenil en mij is een kloof... Net zo diep als de kloof tussen het lijk van Ilse en de levende mensen om de dode heen, misschien zelfs nog dieper...
Vóór al die mensen van de kerk weer gaan zingen: “Ga niet alleen door het leven”, wil ik hier weg zijn.’ ‘Oké Amrita, ik ga met je mee. We gaan lopen in de zon en zoeken een leven dat we kunnen proe-