Elise, vlucht niet!
(1993)–Japke de Kraker-van Abbema– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 38]
| |
7. Waar blijven Ma en Stevin toch?Ze loopt snel door, want haar hulp zal nodig zijn thuis. Oma zal vast niet teruggekomen zijn. Wat voelde ze zich verdrietig zopas, toen ze haar verhaal aan Audrey vertelde. Maar nu is het tóch of de blijdschap het weer wint van dat trieste. Want wat zijn er vaak veel fijne dingen. Een vriendin, op wie ze aan kan. Een lief zusje en broertje en... ja, ze houdt ook van haar mama. Ze gaat graag weer naar huis. Wanneer Elise het erf oploopt vindt ze alleen Marjori. ‘Waar is ma, waar is Stevin?’ vraagt ze. Marjori huppelt naar haar toe. ‘Ma wou schoenen kopen voor Stevin, ze zijn al een poos weg. | |
[pagina 39]
| |
Daar op de hoek zijn ze samen in een busje weggegaan.’ ‘En kleine zus van me, vond je het niet erg om zo lang te wachten?’ Marjori kijkt haar zus aan, moet ze hier nu echt een antwoord op geven? ‘Ik ben blij, dat je er bent Elies... enne mijn buik rammelt, gaan we gauw eten?’ Elise pakt haar handje vast en samen gaan ze naar binnen. Samen maken ze het eten klaar. Er is amsoiGa naar eindnoot1. en er is bakkeljouwGa naar eindnoot2.. Dat is vast voor bij de rijst vanavond, denkt Elise. Ze weet het heerlijk klaar te maken. Marjori kan haast niet wachten tot alles klaar is, het ruikt ook zo lekker. Opeens heeft ze zo'n trek, dat ze er buikpijn van heeft. Ondertussen begint het al wat schemerig te worden. Nog een kwartier en dan zal het buiten helemaal donker zijn. Hoor hoe sixy joeroesGa naar eindnoot3. al te keer gaan. Maar nog steeds géén geluid van een naderende ma en Stevin! Het lijkt wel op eergisteren, maar toen was alleen ma weg. ‘Marjori, kom, blijf niet kijken naar de weg, we gaan eten.’ Elise en Marjori eten allebei van een bord deze keer. Ze smullen. Met moeite houden ze na een tijdje op met eten. Ook drinken ze wat melk en dan stoppen ze. Nog steeds is er geen ma en geen Stevin ook maar ergens in de verte te bespeuren. Elise wil niets tegen Marjori zeggen, daarom duwt ze de ongerustheid van haar af. ‘Marjori,’ zullen we wat gaan zingen? Zeg jij maar iets.’ ‘Nee Elise, ik ben moe, ik wil slapen. En... eerst voor ma en Stevin... eh... vragen aan God.’ Elise trekt haar zusje naar zich toe, ze hoeft niets te verzwijgen voor het meisje. Ook zij heeft de hele middag al uitgekeken naar ma en Stevin. Ma is vast voor het middaguur weggegaan met Stevin, anders zou ze toch wel eten van ma gehad hebben zo rond het middaguur. ‘Kom maar lief zusje, wij zijn bij elkaar en de Here God ziet ons overal. We hoeven niet bang te zijn. We zullen bidden voor ma en Stevin.’ | |
[pagina 40]
| |
Als ze hun ogen weer opendoen is het zo donker dat de lamp aan moet. Gauw maakt Elise Marjori klaar voor de nacht. Wanneer ze het avondgebedje met haar opgezegd heeft, valt Marjori al snel in slaap. Elise zoekt vol goede voornemens de schrijfspullen. Het strafwerk, daar zal ze mee beginnen. Wanneer ze de velletjes voor zich legt op de brede plank die als tafel kan dienen, ziet ze dat de eerste al beschreven is. Haar ogen vliegen over de regels, dan staart ze een hele tijd voor zich uit. Daarna leest ze het geschrevene nog eens over. Dus zó is het deze dag gegaan. Ma is eerst naar oma geweest, maar deze had de deur op slot en was niet thuis. Ma had aan oma willen vragen of oma voor Elise en Marjori kon zorgen. Want, zo schrijft ze, die oom die hier eergisteren was, heeft mij nodig om voor hem te koken en te wassen. Hooguit één kindje mocht ik meenemen. Maar Elise ik beloof je, zodra het kan, kom ik langs met eten voor jou en Marjori. Zo hoeft niemand van ons meer te pinaren. Alleen nog één vraag, Elise, zou je zelf oma willen vragen of ze voor jou en Marjori kan zorgen? In een enveloppe onder de velletjes zit geld, dat kan je in geval van nood gebruiken. En nu ik vandaag schoolgeld voor Marjori betaald heb, kan zij meteen ook naar school. Jouw schooljurk van vroeger past haar goed, trek haar die aan, wanneer ze morgen gelijk met jou naar school gaat. En zul je goed op haar passen? Aan het slot van de brief schrijft haar moeder nog: Houd moed Elise, vertrouw op jouw Jezus. Ik kom zo gauw ik kan. Een embrasséGa naar eindnoot4. ook voor Marjori. Je ma. Elise schuift het velletje opzij. Haar ogen branden van de met moeite teruggedrongen tranen. Ze kan niets meer lezen, laat staan... schrijven. Haar schouders schokken. Snikkend legt ze haar hoofd op haar armen en blijft zo aan de smalle tafel zitten. Doodmoe van alle emoties valt Elise zittend in slaap. |
|