aanvaardbaar vindt of niet. Aan dit aspect ontleent de transformationeel-generatieve grammatica een groot deel van haar didactische bruikbaarheid. Het tweede aspect dat in dit opzicht moet worden genoemd, en dat nauw met het eerstgenoemde samenhangt, is dat het transformationeel-generatieve gezichtspunt geleid heeft tot een beter gefundeerde waardebepaling van de traditionele grammatica en van de kritiek op die grammatica. Gezien de omstandigheid dat praktisch elke talenstudent zich als gevolg van zijn voorbereidende onderwijs op de traditionele grammatica oriënteert en dat traditionele grammatische inzichten een belangrijke rol zijn blijven spelen in de grammatische onderzoeksfase, is dit een zeer belangrijk feit.
Het voorgaande is ons inziens een voldoende motivering voor een boek over syntaxis dat de principes der transformationeel-generatieve grammatica uiteenzet. Dat er ook behoefte is aan nieuwe syntactische informatie over het Nederlands volgt in zoverre uit de betreffende principes, dat zij een herinterpretatie en een systematisering inhouden van gangbare traditionele en moderne grammatische inzichten. De informatie die ons boek over de zinsstructuur van het Nederlands geeft, is dan ook voor een niet onbelangrijk deel bekende grammatische kennis in een nieuwe vorm en dient als zodanig ter illustratie van de nieuwe wijze van analyseren en beschrijven.
Zoals opgemerkt worden in de hoofdstukken 4-11 bepaalde aspecten van de Nederlandse zinsstructuur behandeld. Dit betekent in de eerste plaats dat ons boek slechts een deel geeft van wat in enigszins omvangrijke traditionele grammatica's wordt besproken, en in de tweede plaats dat wij aan bepaalde onderwerpen meer aandacht besteden dan zij gewoonlijk krijgen. De selectie van de onderwerpen is voor een deel bepaald door hun systematische belang en voor een ander deel door het toevallige feit dat wij er ons mee hebben beziggehouden.
Twee groepen vakgenoten en collega's zijn wij dank verschuldigd voor ons boek. In de eerste plaats zijn dat de auteurs van grammatische werken over het Nederlands. Wij noemen in het bijzonder C.H. den Hertog en G.S. Overdiep, aan wier nagedachtenis dit boek in bewondering is opgedragen. In de tweede