gen. Wat is bij muziek het inhoudende, wat de inhoud? Het is alsof muziek zich rechtstreeks tot het bewustzijn richt, zonder enige tussenkomst van geconstrueerde concepten, zoals andere kunsten doen, maar daar staat tegenover dat muziek wel degelijk aan cultuur gebonden is: cf. de ontoegankelijkheid, voor Europeanen, van Chinese muziek. Bevat de Chinese klassieke literatuur ook figuren als Orpheus, die met zijn luitspel niet alleen dieren, maar ook levenloze voorwerpen tot dansen bewoog? Of vinden ook de dieren Chinese muziek lelijk?
De enige conceptuele toegangswegen tot muziek zijn de titels en de technische termen. Deze technische termen zijn ook al zo spookachtig: waarom heet bijvoorbeeld een chromatische toonladder chromatisch, d.w.z. gekleurd?
Iets wat men zich niet duidelijk kan maken is wat men zich herinnert als men zich muziek herinnert; maar het vreemde is dat een melodie veel gemakkelijker van buiten geleerd wordt dan een tekst van vergelijkbare lengte, of zelfs een gedicht. Is er een geestesoor, zoals er een geestesoog is? En hoort dat geestesoor ook wat, terwijl men aan het herinneren is? Alleen al daarom niet, omdat het herinneren van een muziekstuk geen tijd in beslag neemt. Men hoeft niet een half uur lang met gesloten ogen in een fauteuil te gaan zitten om zich Leonore iii te herinneren. Men kan zich een melodie herinneren zonder iets te horen.
‘Wer eine Melodie empfindet, was nimmt der war? Nichts was sich durch Wiedergabe des Gehörten, mitteilen liesse,’ schreef Wittgenstein. Zelfs de vraag op welk gebied dit probleem zich bevindt is moeilijk te beantwoorden: psychologie? informatietheorie? In elk geval niet filosofie: de filosofie houdt zich juist alleen bezig met het bepalen tot welk gebied van kennis een verschijnsel behoort.
Ook niet psychologie, aldus een Wittgensteinkenner.
Mijn gok is: linguïstiek.
Er is een passage in Anthropologie structurale van Lévi-Strauss waarop men met vrucht kan doorborduren. Een wezen van een andere planeet, begiftigd met enige kennis van ons schrift, wil een klassificatie maken van de inhoud van een grote bibliotheek. Lévi-Strauss beschrijft hoe het wezen blijft steken bij de muziekboeken. Maar als men veronderstelt dat het wezen geen idee had van