Onder de primaire kleuren blijft het object autonoom. De doorsnede van een auto uit 1925 geeft een met een laagje lak bedekt omhulsel te zien en daarbinnen een machine, met cilinders van blank staal, krukassen, drijfstangen, etc.
Onder de pastelkleuren van een moderne auto zit geen autonoom concept. Een vage kleur is de kleur van het vage. Het concept van de auto is opgelost in de bekleding. Als een moderne auto dwars wordt doorgesneden (een gewoon tafelmes gaat er door als door koek), komt er een homogene sponsachtige materie tevoorschijn, van dezelfde kleur als de buitenkant, klef als deeg en ongedifferentieerd. Een mechanisme is er niet in te bekennen. The queen of Spain has no legs. Moderne auto's rijden zonder tussenkomst van enige mechanica.
Wat symboliseert die homogene, ongedifferentieerde materie? De afwezigheid van denken. Er is geen voorstelling aan verbonden. Alles wat verwijst naar een machine, alles wat een beroep doet op de verstandelijke vermogens, is in de moderne auto geëlimineerd.
Alles wat duidt op opbouw, op organisatie, op structuur, is verdwenen. De moderne auto streeft naar naadloosheid. Hij is meer en meer gaan lijken op een onbepaald huishoudelijk gebruiksvoorwerp: een stofzuiger, een mixer, een gasgeiser of een scheerapparaat.
Een moderne auto lijkt op alles, zelfs zijn eigen voorkant lijkt op zijn eigen achterkant.
Een auto uit 1925 was nergens mee te verwarren: hij stelde een auto voor, en die voorstelling was zo fundamenteel dat ze nu nog gebruikt wordt om met economie van middelen een duidelijk herkenbare auto weer te geven, zoals op verkeersborden, op illustraties in Veilig Verkeerboekjes, in karikaturen, en in kindertekeningen. Zijn vorm was in de strikte betekenis niet functioneler dan de huidige; het was iets anders: hij duidde op bedacht zijn. Een auto van nu is niet bedacht, hij is een onderdeel van de nieuwe fysiologie die, onder de invloed van de poëtische visie onzer samenleving uit de techniek gegroeid is; de fysiologie van het onbegrijpelijke. Onze technische samenleving maakt zich van de techniek dezelfde voorstelling als een natuurmens van de natuur. Men kan in de verleiding komen om te zeggen: een moderne auto is functioneler