De Peelwerker die zijn handen fris gewassen had onder de kraan, lachte. In zijn door zon en buitenlucht verweerd gezicht verschenen duizenden rimpeltjes. Ella daarentegen lachte geenszins. Zij deed voorzichtig haar schort en klompen uit. Of het zo goed was?
‘Neen, nondedomme!’ zei geneesheer Angelino. ‘Alles!’
Zij moest al haar met gier doorweekte en besmeurde rommel uittrekken. Haar werkgever hield niet van halve maatregelen.
‘Ja maar, dokter...’
Daar beginnen ze allemaal mee als het schaamtegevoel in het geding komt.
‘Trek die kakboel uit! Hoe moet ik u schoon krijgen als gij niet doet wat ik u zeg?’
Ella was een vurig lid van de Derde Orde van Sint Franciscus alsmede van de Mariacongregatie en zij viel liever nog eens in de derrie dan dat zij zondigde tegen de kuisheid. Moeizaam ontdeed zij zich van haar dikke gebreide kousen, zodat geneesheer en Peelwerker haar spataderen zagen.
‘Dokter,’ poogde zij, ‘zal ik nu maar naar de badkamer gaan om mij daar...’
‘Niks daarvan!’ schreeuwde Angelino. ‘En het hele huis vullen met uw smerig gestink, zeker? Nee, nee! Wat zouden dan straks mijn patiënten denken als ze naar het spreekuur komen? Ik hoor ze al tegen elkaar zeggen: Angelino heeft in zijn broek gescheten! Ontkleed u, anders doe ik het!’
Het hoofd afgewend om haar eigen schande maar niet te hoeven zien, begon Ella aan haar boezelaar te wurmen. De knopen schenen rotsvast te zitten. Voor Felix van Tienen en zijn tweede ik zouden ze ternauwernood gevaar hebben opgeleverd.
Eindelijk kwam dan die boezelaar los van Ella's lichaam en stond zij daar met naakte armen. Doch onderschat de kledij van een doktersmeid niet. Hemden, borstrokken, lijfjes, korsetten, boezemhamen, broeken met kant, onderrokken en rokken alsmede jarretels behoren tot hun normale uitrusting.
De striptease verliep dermate langzaam dat geneesheer Angelino zijn geduld verloor en tot de turfgraver zei: ‘Help haar, anders liggen wij zo aanstonds gedrieën tegen de vlakte door die verpestende dampen.’
Maar de turfsteker die het geheel tot dan toe als een kostelijke grap van de dokter had beschouwd, begreep opeens dat het menens was. Hij zei dat hij hoognodig naar zijn turfkuil moest en nam de