Gedicht door Dick Hillenius, gebundeld in Het romantisch mechaniek (1969).
ik zou in Babel geleefd willen hebben / met stijgende ergernis / (daar komt de uitdrukking van) / hebben aangezien het opstapelen / het vreemde werkvolk / af en toe groot plezier / bij onweer, zware regen / als alles stil lag / de architecten / en de koning vloekend onder een afdakje / ik bijna godsdienstig / iedereen afsmekend om hulp van boven / laat de boel instorten / lieve dame / sla weg die vingerwijzing van bederf / en dan de dag / onmenselijk plezier / als de aarde / woedend, huiverend van afschuw / het vuil van haar vel schudt // Zo aardig in Babel / stijgende ergernis / (vandaar) / het vreemde werkvolk / opstapelend / zonder kennis van basis / toren van schimmel / vretend verledenresten
Schrift waarin Karel van het Reve Het geloof der kameraden (1969) schreef. In het Russisch staat er op: ‘Voor dit schrift geeft een roebel K. van het Reve, Kutusovski Prospekt 13, flat 52, telefoon 31753’.
Karel van het Reve (l.) bij zijn ‘afscheid van Leiden’ als hoogleraar Slavische letterkunde, 1983. Naast hem Maarten 't Hart, die optrad in De revisor van Gogol, opgevoerd ter gelegenheid van het afscheid. Foto: Eva Biesheuvel.