't Is vol van schatten hier...
(1986)–Anton Korteweg, Murk Salverda– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 187]
| |
K. Schippers (l.) en J. Bernlef, 1967. Foto: Eddy Posthuma de Boer.
‘Echt amateuristische cameravoering, van dingen veel te lang nemen, en scheef, dan kom je tot resultaten mijns inziens, die verschrikkelijk aardig zijn,’ zei K. Schippers (pseudoniem van G. Stigter) eens. Van de kunstenaars die in de jaren zestig met het tijdschrift Barbarber geassocieerd waren (en Schippers was er de medeoprichter van) heeft hij als een van de weinigen zijn aandacht voor het doodgewone en dus overgeaccepteerde tot op de dag van vandaag op een origineel peil gehouden. Scheef en langer dan gebruikelijk tegen de realiteit aankijken om in de eerste plaats goed te merken dat die er is en ten tweede te ontdekken dat ze anders kan zijn dan we op voorhand aannamen, dat is vanaf zijn eerste publicaties Schipper' artistieke bezigheid geweest. Want aan de ene kant staan de objecten, en ‘de dingen hebben ons
K. Schippers aan Reinold Kuipers.
Amsterdam, 22.1.84 // Beste Reinold, / Iemand legde mij een jaar gele- / den de relativiteits-theorie eens / uit. Hij schreef het op een papier- / tje dat ik voor het open raam / in de vensterbank van mijn slaap- / kamer legde. Ik ging weg en / 't begon ineens te stortregenen. / Toen ik terugkwam en de / tekst over de theorie wilde gaan / lezen was de inkt door de re- / gen uitgewist, onleesbaar ge- / worden. Ik geloof dat ik de theo- / rie toen wel begreep. // Hierbij een wat raadselachtig / kaartje voor je collectie. // t.à.t. / Gerard
‘Raadselachtig kaartje’, behorend bij de brief aan Reinold Kuipers.
| |
[pagina 188]
| |
Doos in vijf verschillende standen op tafel
karton en hout
voor Bob Langestraat
Een doos op tafel
Tafel waarop doos
Een doos op de tafel
Doos op tafel
Tafel met doos
Gedicht door K. Schippers, gebundeld in Verplaatste talels (1969).
nodig om gezien te worden’ en aan de andere kant de beschouwers met hun neiging om er zo subjectief tegen aan te kijken dat de ware aard van de werkelijkheid niet meer opgemerkt wordt. K. Schippers wil de lezer of beschouwer van zijn werk - want hij gaf zijn ideeën in verschillende genres vorm, in literatuur, fotografie, beeldende kunst en film - attenderen op ‘de waarheid als de koe’ (titel van zijn eerste bundel), die achter het vooroordeel van ons blikveld steeds vervormd en versluierd dreigt te raken. Tot de best ontwikkelde en hardnekkigste vooroordelen behoren de ‘schone’ kunst en de ‘goede’ smaak, die de realiteit als het ware almaar boven zichzelf uit proberen te tillen: ‘Vele dichters proberen dichterlijker te zijn dan de onderwerpen waarover zij schrijven,’ aldus Schippers. In zijn bundel Verplaatste tafels uit 1969 staat ‘Cakewalk in rust’: drie foto's van respectievelijk een blok, een olifant en weer dat eerste blok maar nu met de ondertitel ‘Olifant achter blok’. Wat zoveel wil zeggen als: het is niet eenvoudig om onbevooroordeeld waar te nemen en te beoordelen. Daarover gaan ook de volgende regels:
Iemand houdt niet van elastiekjes.
Hij ziet een mooie doos.
Verandert zijn waarneming voor die doos,
als hij ziet dat er elastiekjes in zitten?
K. Schippers' werk is door het dadaïsme beïnvloed. Het is meer gebaseerd op ideeën dan op vormgeving. Hoe zijn ideeën er tenslotte uit komen te zien is van minder belang: alles kan op verschillende manieren en met verschillend materiaal uitgevoerd worden. Een idee kan ook onuitgevoerd blijven, zoals dat project met de amateurfilmpjes. Of het kunstwerk bestaat uitsluitend uit het idee, zoals dit: Schrijven op tekenpapier / Tekenen op schrijfmachinepapier, met daarboven de titel ‘Verslag van drie op boekpapier gedrukte regels’, want dat gebeurt ook vaak, aankondiging en voorstelling vallen samen. Sommige critici kregen na zo'n vijf boeken die vol stonden met dergelijke ideeën, de indruk dat K. Schippers zijn eigen oorspronkelijkheid begon te herhalen, maar met zijn meer recente werk, de romans Bewijsmateriaal (1978), Eerste indrukken; memoires van een driejarige (1979) en Beweegredenen (1982) heeft hij een nieuwe vorm gevonden om zijn ideeën in te gieten. Hij schreef trouwens al eerder een soort roman, Een avond in Amsterdam (1971), bestaand uit tien interviews met een Amsterdammer over diens wandeling van kantoor naar huis. Misschien wel Schippers' meest consequente demonstratie van het feit dat hij het reeds bestaande opnieuw wenst uit te vinden in een wereld waarin de objecten het primaat hebben, of zoals hij schreef: Voor de uitvinding / van het wiel / waren er geen verhalen / over het wiel.
K. Schippers, 1984. Foto: Marije van den Hoeven.
| |
Overig werkDe waarheid als De koe (1963), Barbarber; een keuze uit dertig nummers (1964, met J. Bernlef en G. Brands), Een klok en profil (1965), Wat zij bedoelen (1965, met J. Bernlef), Een cheque voor de tandarts (1967, met J. Bernlef), 128 vel schrijfpapier (1967, met C. Buddingh'), Barbarber; een keuze uit tien jaar, 1958-1968 (1968, met J. Bernlef en G. Brands), Sonatines door het open raam (1972), Leesgenot-scharlaken (1972, met Heere Heeresma en Herman Pieter de Boer), Holland Dada (1974), Een vis zwemt uit zijn taalgebied (1976), Het formaat van Man Ray (1979), Een leeuwerik boven een weiland (1980, bloemlezing). |
|