17
O.C.F. Hoffham, ‘Recept eener vertaaling in 't
algemeen’. In: De Boerenschouwburg, kluchtig blyspel; de
kluchtige opera, toneelfragment; gedichten; en losse gedachten.
Amsterdam, P.J. Uylenbroek, 1801. p. 212.
Otto Christiaan Frederik Hoffham (1744-1799) was Duitser van geboorte.
Tussen 1760-1773 verbleef hij overwegend in Amsterdam, daarna vestigde hij zich
definitief in Duitsland. Hij bleef echter in het Nederlands publiceren en
onderhield goede contacten met Amsterdamse literaire kringen, onder andere via
zijn vriend P.J. Uylenbroek. Zijn bijdrage aan de vertaalreflectie is vooral een
hekelende. Behalve het ‘Recept’ bevat de bundel De Boerenschouwburg een vergelijking tussen een vertaler en
een wichelaar. Bovendien wordt de vertaalpraktijk bij het toneel op de hak
genomen in Hoffhams toneelstuk Al stond 'er de galg op!
(Amsterdam, 1783). Ook in zijn schertspoëtica Proeve
eener theorie der Nederduitsche poëzy (Amsterdam, 1788) is
ruim plaats voor commentaar op het vertalen.Ga naar eind100
Neem het eerste het beste boek, dat geene andere eigenschap hoeft te bezitten,
dan dat het in eene uitheemsche spraak geschreven is, die gy ten naasten by half
verstaat, en waarvan gy een goed woordenboek bezit. Onderzoek niet deszelfs
inhoud, maar alleen of het nog onvertaald zy, en, vind gy dit, zo neem straks
het besluit, om zulks in het Neêrduitsch te vertolken. Maak het begin
met den titel, en, gelukt het u deezen wel te treffen, zo kan het werk zelf u
niet missen. het is niet noodig om het boek, dat men vertaalen wil, te vooren te
leezen; want dit is slechts tyd verspild: zo gy wilt, kunt gy het echter
denkeloos doorbladeren. Het vertaalen zelf verëischt geen kunst noch
leering, even min als het eeten, drinken, slaapen, enz.: het volgt geregeld van
zelve, hebt ge slechts eene gebrekkige taalkunde en een' dictionair; doch
verlaaten u ook deeze werktuigen, zo veränder, verbeter, verknoei en
bederf naar believen. Zyt gy met alles gereed, zo hebt gy de verlangde
vertaaling.