In Nederduitsch gewaad. Nederlandse beschouwingen over vertalen 1760-1820
(1993)–Luc Korpel– Auteursrechtelijk beschermdVertaalhistorie. Deel 4
Luc Korpel (ed.), In Nederduitsch gewaad. Nederlandse beschouwingen over vertalen 1760-1820. Stichting Bibliographia Neerlandica, Den Haag 1993
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: S.Ned. 27 3804
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van In Nederduitsch gewaad. Nederlandse beschouwingen over vertalen 1760-1820 uit 1993, samengesteld door Luc Korpel. Het betreft deel 4 uit de reeks Vertaalhistorie.
redactionele ingrepen
p. 131-141: De noten zijn bij de bijbehorende nootverwijzingen op de betreffende pagina's geplaatst. De kop ‘Noten’ en de pagina's 131-141 zijn hierdoor komen te vervallen.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II, 22 en 24) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[binnenkant voorplat]
Reeks
VERTAALHISTORIE
onder redactie van Dirk Delabastita, Theo Hermans en Luc Korpel
Deel 1. | Studies over Nederlandse vertalingen. Een bibliografische lijst. Samengesteld door Theo Hermans |
Deel 3. | 't Word grooter plas: Maar niet zoo 't was. Nederlandse beschouwingen over vertalen, 1670-1760 Verzameld en ingeleid door C.W. Schoneveld |
Deel 4. | In Nederduitsch gewaad. Nederlandse beschouwing over vertalen, 1760-1820 Verzameld en ingleid door Luc Korpel |
Te verschijnen:
Deel 2. | Door eenen engen hals. Nederlandse beschouwingen over vertalen, 1550-1670 Verzameld en ingeleid door Theo Hermans |
Deel 5. | Vertalen, verschalen. Nederlandse beschouwingen over vertalen, 1820-1900 Verzameld en ingeleid door Raymond van den Broeck |
Deel 6. | Een vorm van lezen. Nederlandse beschouwingen over vertalen, 1900-1940 Verzameld en ingeleid door Kitty van Leuven-Zwart en Ton Naaijkens |
Deel 7. | De crumen diet volc niet eten en mochte. Nederlandse beschouwingen over vertalen tot 1550 Verzameld en ingeleid door Bart Besamusca en Gerard Sonnemans |
[pagina ongenummerd (p. I)]
IN NEDERDUITSCH GEWAAD
[pagina ongenummerd (p. III)]
IN NEDERDUITSCH GEWAAD
Nederlandse beschouwingen over vertalen 1760-1820
verzameld en ingeleid door Luc Korpel
's-Gravenhage
Stichting Bibliographia Neerlandica
1993
[pagina ongenummerd (p. IV)]
CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG
In
In Nederduitsch gewaad: Nederlandse beschouwingen over vertalen 1760-1820 / verz. en ingel. door Luc Korpel.
's-Gravenhage: Stichting Bibliographia Neerlandica.
(Vertaalhistorie; dl. 4)
Met lit. opg., reg.
ISBN 90-71313-48-4
NUGI 951
Trefw.: vertalen; Nederland; geschiedenis; essays.
Omslagontwerp: Jaap van Zijlderveld, Rijswijk
Op het omslag: Literaire landkaart uit: Gemengelde Parnasloof (Amsterdam, 1693)
Druk: Enroprint BV, Rijswijk
[pagina 1]
INHOUD
INLEIDING | 5 | |
TEKSTEN | ||
1. | D.K. [= J. de Kruyff sr.], ‘Spoore tot eigen vinding, aan een gezelschap van beroemde dichteren’. In: Algemeene Oeffenschoole. Afd. 6,II (1763). Amsterdam, P. Meyer. pp. 15-22 | 25 |
2. | ‘Onderzoek waaröm men voor vertaalde geschriften zo veel verä[c]hting voed’. In: Oordeelkundige aanmerkingen, over verscheidene zaken, kunsten en wetenschappen. Amsterdam, J. Kok, 1766. pp. 49-64 | 28 |
3. | Ontwerp van een nieuw op te rechten kunstgenoodschap van toneel-spel-vertaling-makers. Onder de zinspreuk ‘Chrusea chalkeioon, hekatomboi enneaboioon’. Utrecht, Spruyt en Schoonhoven; etc., [1766]. 28 pp. | 34 |
4. | J. Lublink d.j. (vert.): Nachtgedachten over het leven, den dood en de onsterfelykheid der ziele, uit het Engelsch van den eerwaarden Heere Eduard Young vertaald, en met ophelderende aanmerkingen, enz. voorzien. 2 dln. Amsterdam, P. Meyer, 1766. ‘Voorrede des vertaalers’ (pp. iii-xlviii) | 39 |
5. | H.J. Roullaud, ‘De eer der Nederlandsche geleerden verdedigt. Tegen den Philosooph No: 93. Dienende tot voorafspraak van eene vertaling van 't eerste boek van L'art poëtique van Boileaú. Den 12.den November 1767 in 't kunstgenootschap Diligentiae Omnia voorgeleezen’. Gepubliceerd in De Philosooph No. 102. Den 14den December 1767. Amsterdam, P. Meyer en Wed. K. van Tongerlo & zn. pp. 393-400 | 42 |
6. | S.L., ‘Algemeene aanmerkingen wegens de vertaalingen’. In: Vaderlandsche Letteroefeningen. 1768/II. pp. 33-40 | 46 |
7. | ‘Oversetten’. In: Algemeen huishoudelijk-, natuur-, zedekundig- en konst-woordenboek [...] door M. Noel Chomel. Tweede druk geheel verbetert, en meer als de helfte vermeerdert door J.A. de Chalmot. Leiden, Joh. le Mair; Leeuwarden, J.A. de Chalmot, 1778. p. 2501 | 52 |
[pagina 2]
8. | Anonymus (vert.): Vergelyking tusschen de muzyk, de schilderkunst en de poëzy. Naar het Fransch. [van J. Harris]. 's-Gravenhage, J.A. Bouvink, 1778. Voorrede (pp. iii-viii) | 53 |
9. | J. de Bosch, ‘Antwoord op den vraag: welken zyn de beste en duidelykste kenmerken van zoodanige regelen, die, om dat zy in den aard van 't ontwerp te vinden, of met de form van 't gekoozen dicht-stuk verknocht zyn, niet mogen noch kunnen veronachtzaamd of te buiten gegaan worden?’ In: Verhandelingen, uitgegeeven door Teyler's Tweede Genootschap. Tweede stuk, bevattende eene dichtkundige verhandeling over de regelen der dichtkunde, ter beantwoording van eene vraag over de dichtkunde, uitgeschreeven voor den jaare 1780, en aan welke de gouden eer-prys is toegeweezen in den jaare 1781. Haarlem, J. Enschedé & zn. en J. van Walré, 1783. 262 pp. | 55 |
10. | C. Groeneveld (vert.): De Messias, in twintig zangen, van Fr. Gottl. Klopstock [...]. Uit het hoogduitsch vertaald. Dl. I. Amsterdam, Wed. A.D. Sellschop en P. Huart, 1784. ‘Voorrede’ (pp. [v-xx]) | 59 |
11. | ‘Verhandeling tot aanprijzing van het vertaalen en naarvolgen, met opgave der daar toe vereischt wordende hoofdtrekken; voor aankoomende dichters’. In: Nederlandsche dicht- en tooneelkundige werken, van het genootschap, onder de spreuk: Door natuur en kunst. Amsterdam, W. Holtrop, 1786-87. pp. 254-62 | 62 |
12. | J. Lublink d.j., ‘Verhandeling over het vertaalen’. In: Tweede zevental verhandelingen, voorgelezen in het genootschap ‘Concordia et Libertate’. Amsterdam, 1788. [Zonder uitgever]. pp. 151-85 | 65 |
13. | Anonymus (vert.): Nagelaten werken van Frederik den II, Koning van Pruissen. Uit het Fransch. Eerste deel. Amsterdam, J. Yntema en d'erven P. Meyer en G. Warnars; Dordrecht, P. Blussé; Leiden, L. Herdingh, 1790. ‘Voorreden van den vertaaler’ (pp. v-xxxii) | 77 |
14. | P.L. van de Kasteele (vert.): De gedichten van Ossian in 't Nederduitsch. Amsterdam, J. Allart, 1793. ‘Voorrede’ (pp. i-xxxviii) | 81 |
[pagina 3]
15. | W. Bilderdijk (vert.): ‘Ontwerp eener Nederduitsche dichtmatige vertaling van de gezangen van Ossiaan, den zoon van Fingal’. [ongepubl. hs., 1795. UBL/Ltk 1097]. 8 pp. | 85 |
16. | C. Loots (vert.): De Indianen, Treurspel. Het Engelsch [van W. Richardson] vry gevolgd [...]. Nederduitsche Schouwburg. Amsterdam, A. Mars, 1799. ‘Bericht’ (pp. v-x) | 90 |
17. | O.C.F. Hoffham, ‘Recept eener vertaaling in 't algemeen’. In: De Boerenschouwburg, kluchtig blyspel; de kluchtige opera, toneelfragment; gedichten; en losse gedachten. Amsterdam, P.J. Uylenbroek, 1801. p. 212 | 93 |
18. | P. van Winter, Nsz. (vert.): Horatius lierzangen. In Nederduitsche dichtmaat gevolgd. Amsterdam, P.J. Uylenbroek, 1804. ‘Voorrede’ (pp. i-xvi) | 94 |
19. | A.L. Barbaz, ‘Het vertalen uit vaerzen in vaerzen’. In: De Fortuin. 1805. Amsterdam, W. Vermandel & zn. pp. 171-74 + 178-83 | 96 |
20. | W. Bilderdijk (vert.): Fingal in zes zangen. Naar Ossiaan gevolgd. 2 dln. Amsterdam, J. Allart, 1805. ‘Over Ossiaan, en deszelfs Fingal’ (Dl. II, pp. 73-200) | 98 |
21. | M. Siegenbeek (vert.): Proeve eener dichterlyke vertaling van de Ilias van Homerus. Amsterdam, J. Allart, 1807. ‘Aan den heer Jeronimo de Bosch’ (pp. iii-xxii) | 102 |
22. | W. Bilderdijk (vert.): De Mensch. Popes Essay on Men gevolgd. Amsterdam, J. Allart, 1808. ‘Voorbericht’ (pp. iii-vi) | 105 |
23. | P.H.A.J. Strick van & tot Linschoten (vert.): Tien lierzangen van Horatius, in de Nederduitsche taal in dezelfde voetmaat overgebragt. Amsterdam, P.J. Uylenbroek, 1808. ‘Voorbericht’ (pp. [i-iv]) | 107 |
24. | G. Dorn Seiffen (vert.): Liederen van Anakreon en Treurzang van Moschus bij den dood van herder Bion. Uit het Grieksch, in de oorspronglijke maat, in het Nederduitsch gebragt. Amsterdam, J.S. v. Esveldt-Holtrop, 1809. ‘Voorrede’ (pp. v-xvi) | 110 |
25. | F.E. Turr (vert.): Homerus, vertaald. Eerste deel. Amsterdam, Immerzeel & comp., 1810. ‘Aan den lezer’ (pp. [v-xii]) | 112 |
[pagina 4]
26. | B.H. Lulofs (vert.): Louise. Een landelyk gedicht in drie idyllen naar het Hoogduitsch van Voss. Groningen, J. Oomkens, 1811. ‘Voorrede van den vertaler’ (pp. vii-xvii) | 113 |
27. | N.G. van Kampen, ‘Over de nuttigheid der vertalingen van de geschriften der oude Grieken en Romeinen, in 't Nederduitsch, en over de wijze op welke die vertalingen behoren vervaardigd te zijn’. In: Letter- en oudheidkundige verhandelingen van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen te Haarlem. I. Haarlem, A. Loosjes Pz., 1815. pp. 1-57 | 115 |
28. | J. Kinker (vert.): Shakespeare, All's Well That Ends Well. ‘Het waare schoone [...]’. [Ongepubl. hs. UBA/ZKW XIV G 32; z.j.]. 8pp. | 128 |
NOTEN | 131 | |
GERAADPLEEGDE LITERATUUR | 142 | |
PERSONENREGISTER | 147 |