24 Snijzaal te Leiden
De boekhandelaar Jan Orlers (1570-1646) begon een politieke loopbaan welke leidde tot zijn benoeming tot burgemeester van Leiden in 1631. In 1614 gaf hij samen met twee andere boekhandelaren zijn Beschrijvinge der Stadt Leyden in eigen beheer uit. Voor dit boek baseerde hij zich op het werk van zijn oom Jan van Hout uit 1602, getiteld Der Stad Leyden Dienstbouc. Het boek van Orlers biedt veel wetenswaardigs over de geschiedenis van Leiden, haar belegeringen, gebouwen en universiteit, welke na het ontzet van Leiden in 1575 plechtig was ingewijd. In 1592 hadden de curatoren van de universiteit besloten tot het inrichten van een snijzaal voor het geven van aanschouwelijk onderwijs in de medicijnen. Voor deze zogenaamde Anathomie-Plaetse werd een ruimte aangewezen in de Bagijnen Kerk.
1Naerdien dat een Doctor inde medicijnen / ende een student inde selvige 2 faculteyt / ende een Chyrurgus, niet weynigh gheleghen is / aende 3 volcomen kennisse des menschen Lichaems / datse verstaen ende weten hoe 4 ende op wat wijse alle de Ledematen der selver / soo wel van buyten als 5 van binnen aenden anderen hangen ende verknocht sijn: van waer alle de 6 Aderen / Arterien / Musculen / Senuen / Banden ofte Ligaturen / haer 7 begin ende oorsprong hebben / ende hoe de selvige door het gheheele 8 Lichaem loopen ende haer verspreyden / met verscheyden andere saken 9 daer aen clevende: overmits dat het menschelicke lichaem het subjectum 10 ofte onderworpsel is / waer inne den Medicus ende Chyrurgus moeten 11 arbeyden ende wercken / ende met vlijdt ende neersticheyt soo vele het 12 mogelicken is / soo langhe in goeder ghesontheyt te houden ende te 13 bewaeren / met behoorlijcke ende geoorlofde middelen ende Medicinen / 14 ter tijt ende wijlen toe dat het Godt Almachtich believen sal de 15 ghegheven siele wederomme tot hem te roepen / ende het aertsche lichhaem 16 naer de aerde / daer het van ghenomen is / wederomme te seynden: soo 17 hebben de H. Heeren Curateurs ende Burgemeesteren deser Hoghe Schole 18 in desen deele oock mede sorghe willen draghen / ende behoorlicke orden 19 te stellen dat sulcke onderwijsinghen mede openbaerlicken mocht ghewesen 20 ende gheleert werden: ende hebben dien volgende / over vele jaeren / te 21 weten inden Jaere 1592. inde Falide-Bagijnen Kercke een bequaeme plaetse 22 gheordonneert ende doen maecken / op de wijse vande oude Romeynsche 23 Theatra ofte schouplaetsen / om in de selvige tot behoorlicke tijden / 24 de Anathomie te doen oeffenen ende wijsen / wesende de voornoemde 25 plaetse van forme als het voorgestelde Figuerken uytwijst. Waerinne 26 een groote menichte van Menschen gemackelicken mogen sien ende 27 aenschouwen / tgene aldaer geanathomiseert ende ghesneden werdt.
28Omme den begeerigen Leser ten vollen te moghen te vreden stellen / 29 soo sal ick de Beschrijvinghe van dese plaetse wat naerder ondersoecken 30 ende beschrijven / beginnende mette verdeelinghe der selver. Het 31 Theatrum, is beneffens de ronde Plaetse int midden daer men 32 anathomiseert / verdeelt in ses schuyns opgaende Circulen ofte ronde 33 ommegangen / de eene boven de andere behoorlicken verheven zijnde /