17 Onrust in Vlaanderen
De protestant Emanuel van Meteren (1535-1612) was vertegenwoordiger van Hollandse kooplieden in Londen. Daarnaast hield hij zich bezig met de geschiedschrijving. Op grond van door hem zelf verzamelde gegevens en documenten schreef hij zeer betrouwbare studies over de strijd tussen de Nederlanden en Spanje. Zijn werk is vooral van belang door de particuliere inlichtingen die Van Meteren ontving van Christiaan Huygens toen deze secretaris van de Raad van State was.
De Staten-Generaal, die hun geheime onderhandelingen natuurlijk niet gepubliceerd wilden zien, verboden echter de publikatie van Van Meterens werk. Zo verscheen pas na diens dood in 1614 een definitieve uitgave - met veranderingen en aanvullingen van de Staten-Generaal - van de Historie der Nederlandscher ende hoerder na-buren oorlogen.
Voordat Van Meteren aan uitgave van zijn werk dacht, zocht hij naar iemand die zijn eenvoudige annalen wilde bewerken ‘met een heerlyke en aengename style’ tot een ‘perfecte historie’, het liefst in het Latijn. Hieruit blijkt weer hoeveel zorg er aan de stilistische en taalkundige kant van een werk werd besteed. Marnix van St. Aldegonde, in die tijd burgemeester van Antwerpen, beschikte over een exemplaar van Van Meterens werk. Misschien was het de bedoeling dat Marnix, die een uitstekend stilist was, de vertaling op zich zou nemen. Hieronder volgt een brief van Marnix aan Van Meteren van 29 april 1584, waarin hij tevens ingaat op de politieke onrust in die dagen.
1Eerbare, wyse ende zeer discrete. Ick en can my niet genoech 2 verwonderen, dat v.L. myne brieven, nu op verscheyden reysen 3 aldaer gesonden, geheel onbeantwoort laetet, daer ick nochtans wt 4 anderen verneme dat deselue in goeden doene is, ende mercke uwe 5 diligentie in anderen te schrijven. Ick hebbe u.l. historie 6 aenvanck gezien ende beualt my zeer wel. Ick hoore dat het alhier in 7 latijn wort ouergesett, den styl schijnt een weynich slap te wesen. 8 Woudense u.l. in latyn doen setten, het waere goet yemant daer toe 9 te kiesen die de spraecke wat conde vercieren. - De gelegentheyt 10 van onze zaecken alhier is wonderlyck ende schijnt van dage te dage