15 Wenken voor de oude dag
Johan van Beverwijck (1594-1647), arts te Dordrecht, gaf in 1636 Den Schat der Gesontheyt uit. Hij besteedde veel aandacht aan de vormgeving van het boek: de tekst is opgesierd met gedichtjes van Jacob Cats en fraaie kopergravures. Het boek bestaat uit twee delen. Het eerste deel bevat een beschrijving van allerlei soorten voedsel, het tweede deel leefregels voor verschillende groepen mensen, zoals zwangere vrouwen en moeders. Wij laten hem aan het woord over bejaarden.
1[regelnummer]
Alle grove, harde, taeye spijse, oock die licht in 't hooft
treckt, die inde maegh suer wert, ende lichtelijck bederft,
hoedanigh die oock is, moet ganschelijck gheschout werden, ende
soo veel te meer, hoe den ouderdom hooger gheklommen is. Soo dat
5[regelnummer]
op 't leste de Stock-oude-luyden haer alleen dienen te onderhouden
met vleesch-nat ende slorp-spijse: alsoo de wermte in de selfde
seer af-genomen heeft, waer door sy niet wel en̄ verteren, en de
tanden oock, om vaste spijse te breken ende te kauwen haer nu
ontbreken. Hier en moet oock niet alleen gelet worden op spijse van
10[regelnummer]
goet voedsel: maer oock dat de ghewoonlijcke portie vermindert wert.
Want ghelijck het licht van een Lamp, die by-na uyt is, noch
onderhouden wert, met weynich ende dickwils olye by te gieten, ende
met veel ende teffens over-gieten, uyt-gaet: soo wert oock in
Oude luyden de weynige ende by-nae uyt-gaende wermte door weynigh
15[regelnummer]
ende dickwils voedsel te nemen verquickt, ende door te veel
uytgeblust. Derhalven moeten de Oude luyden ten minsten twee-mael,
ofte liever drie-mael daeghs eten, ende den kost diese besigen willen,
in drien verdeelen. Eerst voor den onbijt eenigh sop ofte vleesch-nat,
ofte een ey, ofte een snee broots met boter ofte honich, ofte yet