Op 10 augustus 1519 verliet Magelhāes (Portugees in Spaanse dienst) met vijf schepen en 265 bemanningsleden Spanje. Eind november bereikten de zeelieden Brazilië. Op de zuidoostkust van Zuid-Amerika sloeg één schip te pletter. Na een maandenlange overwintering en diverse pogingen tot muiterij voer de vloot verder zuidwaarts. De Straat van Magelhāes werd ontdekt. Drie schepen voeren door de zeeëngte, bereikten de Stille Oceaan en koersten verder westwaarts; het vierde schip vluchtte terug naar de ‘veilige’ Atlantische Oceaan. Veel bemanningsleden van de drie verder westwaarts gevaren schepen stierven door een tekort aan eten en drinken. Na ruim drie maanden kwamen ze bij de Marianen en niet lang daarna legden ze aan bij het Filippijnse eiland Cebu. Hier wachtte de bemanning opnieuw tegenslag: in een onbetekenend gevecht met de inheemse bevolking sneuvelde Magelhāes en door het verraad van een overgelopen slaaf vielen er nog meer slachtoffers, onder wie kapitein Serrao. De overgeblevenen - nog slechts 115 man (het is intussen eind april 1521) - verlieten de Filippijnen met de twee beste schepen en vonden de Molukken. Alleen het schip Victoria volbracht de reis om de wereld en bereikte met achttien overlevenden op 7 september 1522 de thuishaven.
1Ontrent op den selven tijd hebben de Spaengiaerden ende Portugesen 2 voor-ghenomen nieuwe Landen te vinden. Sy hebben met overstemminghe 3 van Alexander de seste Paus / de Wereld soo gedeylt / dat al 4 het Land dat naer het Oosten vande Eylanden Hesperides soude 5 gevonden worden / voor de Portugesen soude zijn: wat men naer 6 het Westen soude vinden / dat soude sijn voor de Castellanen; 7 maer de Castellanen sochten oock middel om aen de Molucken te 8 comen. Dese saecke is Ferdinando Magellano op-gheleyd: deselve 9 is in het Jaer 1519 den thienden Augusti, uyt Spaengien gevaren. 10 Ende de Eylanden van Canarien ende de Hesperides voor-by 11 varende / is hy eyndelijck tot de Eylanden vande Canibali van 12 S. Maria ghecomen: hy merckte dat den Oever soo naer het Zuyden 13 strecte / dat hy oock in het Westen keerde: soo verhoopte hy dat hy 14 op eenighe plaetse met de Zee soude becingelt wesen: waer 15 in hy niet bedroghen is gheweest: want het naeste Jaer den 26 16 November zijn sy aen den mond ghecomen / die met eenen nouwen 17 Zee / niet breeder dan thien Italiaensche mylen / de woeste 18 landen af-sonderde. De hooghde vanden Zuyder Polus was van 19 52 graden. Dese engte door-vaeren zijnde / heeft hy sekere hope 20 ghecreghen de Eylanden van Molucken te vinden. Dus zynen cours 21 naer den Aequinoctial stellende / heeft eenighe Eylanden voor-by 22 gevaren / ende is tot Subuth ghecomen / al-waer hy selve met 23 seven vande zyne inde Oorloge ghebleven is / die hy op versoeck 24 des Coninghs van dit Eyland met de in-woonders der naer-ghelegene 25 Eylanden heeft aen-ghevanghen. Naer hem is Servanus 26 ghevolght / de welcke alsoo hy den slave van Magellanus (van 27 Molucken gheboren) inde selve Oorloghe ghewond / wat straf 28 aenghesproken hadde / den Coningh Subuth verradelijck overghelevert 29 is. De andere die in het schip waren / de ongheluckighe Landen