Vogeltjesdag
Gisteren zaten oma en opa in de tuin thee te drinken. Het was mooi weer en de vogels hadden het erg druk. Opeens kwamen twee wever-vogeltjes op het tafeltje zitten, naast de theekopjes. Dat doen ze wel eens meer. Dan pikken ze met hun snavels de koek-kruimels op. Soms brengen ze wel eens een klein wevertje mee die al een beetje kan vliegen. Maar alleen eten kan hij nog niet. Dan doet hij zijn snaveltje wijd open en de moeder of de vader-wever stoppen er dan wat eten in. Maar gisteren kwamen ze alleen. Ze pikten ook geen koek-kruimels op maar zaten oma en opa alleen maar aan te kijken. Niemand zei iets. Eindelijk vroeg oma: ‘Hebben jullie misschien een boodschap voor ons?’
‘Ja’, zei een van de wevertjes een beetje verlegen, ‘we moeten jullie iets vragen’.
‘Vraag het dan maar’, zei oma nieuwsgierig.
‘Weten jullie dat het aanstaande zondag “vogeltjesdag” is?’, zeiden de twee wevertjes bijna tegelijk.
‘Vogeltjesdag?’, zei opa, ‘wat is dat?’
‘Weet je niet eens wat vogeltjesdag is?’, zei het ene wevertje een beetje verbaasd. ‘Dan ben je een domme man’.
‘Weet je ook niet wat moederdag is?’, vroeg het andere wevertje.
‘Moederdag weet ik wel’, zei opa, ‘op moederdag zijn de kinderen extra lief voor hun moeder en geven haar een klein kadootje omdat hun moeder het hele jaar zo goed voor haar kinderen zorgt’.
‘Precies’, zei het wevertje, ‘en weet je ook wat vaderdag is?’
Maar nu wilde oma antwoord geven en ze zei: ‘op vaderdag