H.W. Bodewitz
Het perspectief vanuit het buitenland
Commentaar op H. Steinmetz
Waarom mij gevraagd is om als discussiant op te treden bij de invalshoek ‘het perspectief vanuit het buitenland’ is niet direct evident, aangezien ik, in tegenstelling tot de spreker over genoemd aspect, reeds vanaf de geboorte ‘ein guter Holländer’ ben en mijn familie al bijna twee eeuwen Oranjeklant is. Mogelijkerwijs roept mijn vakgebied, de Oriëntalistiek en in het bijzonder het Sanskrit, de suggestie op dat het eigenlijk in het buitenland thuis hoort, tenzij ik kan aantonen dat het in Nederland ook vertegenwoordigd dient te zijn. Geluiden in die richting ving ik reeds op bij een hoorzitting van de Overleg Commissie Verkenningen.
Overigens blijkt ook de heer Steinmetz moeite met de uitnodiging te hebben gehad. Misschien heeft hij de titel van de themabijeenkomst niet geheel begrepen, en dat ligt dan niet zozeer aan hem als wel aan de organisatoren, die niet in de gaten hadden dat de Nederlandse wetenschapstaal eigenlijk enige elementen mist om op mondiaal niveau iets scherpzinnig en wetenschappelijk uit te drukken. In het Duits zou het thema waarschijnlijk geafficheerd zijn als ‘Die niederländische Sprache und ihre Verwendung in der nationalen und internationalen Wissenschaft. Stand, Aufgaben und Aussichten. Prolegomena zu einer Einführung.’ Dat snijdt tenminste hout. Zo is, denk ik, de heer Steinmetz in de verleiding gekomen een probleemstelling te kiezen die veel minder ‘down to earth’ is, nl. de al dan niet voldoende wetenschappelijkheid van het Nederlands als wetenschapstaal. Daar hebben wij in Nederland nooit wakker van gelegen en dat zullen we ook nooit meer hoeven te doen, want uiteindelijk is vandaag gebleken dat het wetenschappelijke Nederlands best nog wel hanteerbaar is voor de beoogde doeleinden, hoewel de afstand tot het gewone Nederlands op het riskante af is teruggebracht. Sterker nog: de zwakte van het wetenschappelijke Nederlands blijkt eigenlijk een pluspunt te zijn en de wet van de remmende voorsprong doet ook hier weer opgeld. Het wetenschappelijk volkomen verantwoorde ‘Germanistendeutsch’ leest minder makkelijk dan het wetenschappelijke huis-, tuin-, keuken-, baren boetiekjes-Nederlands, zelfs voor de ‘native speakers’, zelfs voor de wetenschappers zelf.
Mijn leermeester en voorganger Gonda schreef wel eens Duits en poogde zich dan in de licht hoepelende en stuiterende stijl van de wetenschapstaal van onze oosterburen in te leven, hetgeen hem zo goed lukte en beviel dat hij dezelfde stijl per ongeluk ook wel eens toepaste in Engelstalige publikaties, uiteraard met minder succes. Toen een Engelse collega eens trachtte door te dringen tot Gonda's visie op de Oudindische religie, nam hij een cruciale alinea uit een Duitstalig handboek van Gonda onder de loep, drukte deze af en concludeerde dat de tekst absoluut niet in het Engels te vertalen was. Hij gaf er ook nauwelijks blijk van dat hij erg veel van de tekst begrepen had.