Het licht in de kom
Stiemer meerde de Corrie zorgvuldig. Hij stapte aan land en wachtte ontroerd tot de secretarisvogel hetzelfde zou doen. Maar dit dier bleef onbeweeglijk op het vlot. Ja, alle dieren op het vlot bleven onbeweeglijk staan. De herten stonden voorop. Zij hielden hun hals gestrekt en hun ogen wijd open - zo open, dat zij ze expres niet dicht deden, als zij moesten knippen. De zwanen zaten zeer symmetrisch achter op het vlot, achter hen scheen het licht en de apen stonden hand in hand in het midden. De dieren op het strand, die dit tafereel gadesloegen, werden nu nog plechtiger gestemd. De viervoeters, die eerst slechts door hun voorpoten gezakt waren, zakten nu ook door hun achterpoten en kwamen thans evenals de vogels eenvoudigweg te liggen. Ook Stiemers hond, Sor, werd door de plotselinge plechtigheid zozeer overmand, dat hij eveneens ging liggen op het strand. Na enige ogenblikken legde hij zelfs zijn kop in het zand.
Stiemer was nu nog de enige die overeind stond en het zou al te dwaas worden, als hij zich ook op de grond zou leggen. Met loodzware schreden trad hij op het vlot toe. Bevend maakte hij het net los van de hoorn van de neushoorn, welk dier echter even verstijfd bleef staan als tevoren. Met beide handen tilde Stiemer het net op. Daar verscheen Stalma! Nu voelde hij niets meer. Haastig tilde hij het net helemaal uit het water. Holde er mee van het vlot, sprong op het strand, rende het strand over naar de kom en deed daar de wondervis in het heldere water glijden. Op hetzelfde ogenblik schoten uit de kom op Zoönesië de stralenbundels omhoog. De hele kom was verlicht en het hele eiland leek wel anders te worden. De dieren waren blijven liggen, maar thans met hun kop in de richting van de kom. Bewegen kon niemand zich verder en Stiemer, die met het net nog in zijn hand op zijn knieën voor de kom zat kon niet overeind komen, want zo'n helder stralend licht had nog nooit iemand gezien.