dor wierp nog een laatste blik om zich heen om te zien, of zijn haaien en zaagkaaien wel voldoende van het vermakelijk tafereel genoten. Inderdaad zag hij overal de koppen van zijn makkers boven het water uitsteken en hun trekken verrieden duidelijk hoezeer zij zich amuseerden. Langzaam begon Grommeldor nu door te zakken. De Boeglanders, die met grote angst naar de bewegingen van de vreselijke vis keken, dachten dat deze niet meer zelf uit het net zou kunnen komen en dat hij doodmoe de strijd opgaf en het leek maar het beste om het net kalm in het water te laten zakken, opdat het ondier op zijn gemak weg zou kunnen zwemmen; dan zou het in ieder geval niet zo erg kwaad zijn misschien en dan waren de gevolgen ook licht minder ernstig. Maar de mannen, die de bok bedienden, begrepen de aanwijzingen van de kapitein van de Diepduiker niet goed en hesen het net nog een eindje verder op. Dat was helemaal niet naar de zin van Grommeldor, want nu begon het net strak om zijn lichaam te spannen en dat was duidelijk een onaangenaam gevoel.
Hij werd dus kwaad en toen hij vond dat het net nu genoeg op een zak leek, zette hij boos al zijn krachten schrap. Hij trok zich samen als een echte boog en toen ineens stootte hij met een ruk zijn lichaam recht. Van het net bleef niets heel! Alle kabels knapten of het oude veters waren en Grommeldor schoot een eind de lucht in. Dat vond hij leuk en hij draaide zich een hele slag om alvorens naar het water te schieten. Iedereen voelde van tevoren welk een vreselijke plons er zou volgen. Ook Grommeldor en hij voelde een zachte drang om het uit te kraaien van de pret. Niemand dorst te kijken en iedereen bemerkte, hoe weinig men toch eigenlijk aan slechts twee handen heeft, die niet toereikend zijn, om zowel de mond, als de oren en de ogen te bedekken. De plons, die volgde, was inderdaad de grootste plons, die nog ooit op de wereld waar te nemen was geweest. Het leek of er een gat viel in de zee en of het water plotseling dreunende muren had. En de slag die het gaf was oorverdovend. Het water spatte zo hoog op, dat het de wolken raakte en de Boeglandse schepen werden bijna ondersteboven geworpen, zodat alle Boeglanders hard op hun achterste vielen. Het water sloot zich onmiddellijk weer en toen was er niets meer van Grommeldor te zien. Na vijf minuten was een onheilspellende stilte ingetreden.