Een vrolijke gedachte van Grommeldor
Voor Grommeldor en de zijnen betekende de mist niet veel minder dan een ramp. Want nu konden de vissen en de reuzenmosselen niet zien naar welke kant zij hun golven moesten richten! Bovendien werden zij ten zeerste gehinderd door het getoeter en lawaai van de Boeglandse schepen, die razend snel in een grote kring voeren en daarbij zelf al verbazend grote golven maakten. Het zag er naar uit, dat van het plan van Grommeldor niet veel terecht zou komen. De oppertandhaai lag zeer kwaad met de rest van de roofvissen in een hoek van de Kraalbocht en zij werden daarbij ook nog om het zeerst gehinderd door de reuzenmosselen, die wèl begrepen hadden, dat zij golven moesten maken, maar niet wanneer! Zodat ze maar meteen begonnen waren, toen ze Grommeldor zagen. De dieren klapten nu zo hard zij konden en met de grootste toewijding open en dicht. Zij maakten inderdaad forse golven en de haaien die stil wilden liggen, hadden de grootste moeite om niet om te rollen, in al dat gebeweeg, iets wat hen op den duur driftig maakte.
Plotseling veranderde de toestand helemaal. De vissersschepen, de baggermolens en de brekers van de Boeglanders waren in de mist de koers kwijt geraakt en op de een of andere manier waren ze nu uit de kring van de oorlogsschepen geraakt en terecht gekomen juist in de hoek waar de haaien kwaad lagen te wachten. Grommeldor leefde plotseling op. Met een machtige slag van zijn staart gooide hij nu een enorme golf terug, in de richting van de reuzenmosselen, die juist op dat ogenblik allemaal wijd openstonden, om de volgende golf te geven. Het resultaat van Grommeldor's golf was verschrikkelijk. Als paraplu's in een storm klapten de reuzenmosselen naar de verkeerde kant om en zo bleven ze nu hoogst hulpeloos en ongelukkig liggen! Met het gegolf was het nu uit. Toen Grommeldor de vreedzame vissers bezig zag met het uitbrengen van een geweldig groot net, waar ze Stalma in hoopten te vangen, kreeg hij wederom iets zeer olijks in het oog: Wacht es, ik ze me er'eis laten vangen in dat netje - zei hij tegen een paar haaien - dat zal komiek zijn. Dat gaf me een plezier bij de haaien!