naderde hij de vis nu heel dicht. Maar toen hij zeer dicht bij was, begreep hij toch hoe onbezonnen hij te werk was gegaan, want hoe zou hij ooit de vis kunnen vangen zonder haar erg te verschrikken of misschien wel pijn te doen of te beschadigen? Stiemer bleef stokstijf staan.
Nog had Stalma hem niet gezien, want anders zou zij wel een teken van onrust hebben gegeven. Maar kwam hij nu nog nader, dan zou zij zich wel terugtrekken en dan was er bij alle angsten, die zij voor de dieren van de Bocht al moest hebben nog weer een nieuwe angst, nú voor Stiemer, bijgekomen en dan was er minder kans dan ooit, dat Stiemer haar zou kunnen grijpen. Stiemer begreep, dat hij tot iedere prijs moest voorkomen, dat de vis bang voor hem werd en het beste wat hij doen kon, was haar duidelijk te maken, dat hij geen kwaad in de zin had. Stalma moest hem voor het eerst zien als hij al een hele poos zeer rustig naar haar stond te kijken en als zij hem de eerste keer zag, mocht Stiemer ook volstrekt geen gebaar maken, waaruit kon blijken, dat hij hier was gekomen om haar te vangen. Stiemer bleef dus, toen hij eenmaal stokstijf was blijven staan, verder ook stok-