De neushoorn brengt toch redding
Het was duidelijk dat dit een ergerlijke toestand was. Er moest iets gedaan worden, maar Stiemer begreep zo langzamerhand wel, dat men voor ernstig werk niet erg veel aan de dieren van Zoönesië had. Die deden wel druk en gewichtig en wilden ook wel helpen, maar handig waren ze niet. Toen de apen op het strand bemerkten dat, wanneer je erg hard op de mossels tikte, er van binnen ook getikt werd, kende hun vreugde geen grenzen. Voortdurend tikten zij met harde voorwerpen en voortdurend werd er ook terug getikt, zodat men niet anders kon denken of de dieren binnenin hadden ook groot plezier in dat geklop. Daar moest een einde aan komen. Stop, riep Stiemer. Wie heeft een nuttig plan? Niemand zei echter een woord en iedereen deed zeer bekommerd. Dan moeten we aan scherpe stenen zien te komen, zei Stiemer, die zelf niet geloofde in dit plan, en dan moeten wij zien die tussen de schelp te wrikken en met een paar takken kunnen we die mossels dan helemaal openwringen. Juist, riep iedereen, scherpe stenen. Maar niemand verroerde zich, want op Zoönesië waren geen grote scherpe stenen te vinden. Er was alleen maar fijn grint!
Toen werd het de neushoorn te machtig. Hij boog zijn kop helemaal achter de mossel en begon erbarmelijk te huilen. Daarbij blies hij hard en aangedaan zijn warme adem in de rug, of in de nek van de mossel, die plotseling en tot aller verrassing met een slag opensprong en daarbij, als men het geloven mocht, zacht giechelde, omdat hij geen gekriebel in zijn nek kon verdragen. Iedereen schrok er van, de neushoorn niet het minst en uit de mossel kwam moe, maar verheugd een aap, die overigens van niets wist. Men wist nu echter wat te doen stond en sleepte de neushoorn van de ene mossel naar de andere. Dit dier, denkende dat dit het meest geholpen had, begon bij iedere mossel weer even vreselijk te huilen en blies zijn warme tranenlucht uit en in minder dan geen tijd waren ook de andere mossels grinnikend opengesprongen en stonden alle vier de apen, die gevangen hadden gezeten op het strand. Stiemer kon thans de weg door het Koraal vragen.