Klopsignalen uit een mossel
De secretarisvogel kwam Stiemer tegemoet draven, gevolgd door Sor, die in zijn duikerpak niet goed raad wist tussen de dieren van Zoönesië en die zich zeer gepasseerd gevoelde omdat hij niet met Stiemer mee had gemogen naar de Kraalbocht. Kijk 'ns hier, meneer, zeide de secretarisvogel, nou hebben we die mosselen wel op het strand, maar open zijn ze nog niet. Onze opofferingen zijn tot dusverre erg groot geweest en het zou weinigen gelukt zijn de dieren zó op het strand te trekken, als wij dat hebben gedaan. Wij zijn over het eerste resultaat dan ook zeer tevreden en zouden gaarne zien dat u het inspecteerde en goed bevond. De vogel knikte enige malen plechtig met zijn kop en zeide toen: als het geoorloofd is: zal ik dan maar voorgaan? Daarna stapte hij naar de mossels, die inderdaad zeer groot waren en die zichtbaar ontevreden met hun nieuwe toestand op het strand lagen.
Stiemer wist werkelijk niet wat hij moest beginnen. Het gedoe van de dieren hinderde hem en bovendien stond Sor, die zich blijkbaar verdienstelijk wilde maken, zo hard en schel te blaffen, dat iedereen er akelig van werd. Stiemer keek eens naar de olifanten, maar die wendden snel hun koppen af. Andere dieren, die krachtig genoeg waren om de mossels te bewegen open te gaan, zag Stiemer niet.... Alleen de neushoorn zou iets kunnen doen, maar die lag onbewegelijk en als steeds met grote tranen in de ogen, achter een van de mossels. Stiemer stapte naar een van de schaaldieren toe, en tikte eens met de Engelse sleutel die hij altijd