Grommeldor!!
Stiemers aandacht werd plotseling getrokken door een bijzonder grote schaduw achter de koraalwand en het leek wel, of die schaduw dichterbij kwam. En hoe dichter hij naderde, zoveel te groter leek hij wel te worden. Plotseling werd het Stiemer met een vreselijke schrik duidelijk, wat dit kon zijn. Het was een vis. Stiemer had nog nooit zo'n grote vis gezien en er was geen vis zo groot als Grommeldor. Dit zou de oppertandhaai dus wel zijn. Inderdaad was het de oude Grommeldor. Toen deze zich eenmaal buiten de koraalwand bevond, naderde hij steeds sneller. Stiemer hield zijn adem in; want Grommeldor kwam recht op hem af. Nog maar honderd meter was hij van hem af en nu was hij hem reeds genaderd. Stiemer sloot de ogen, want tegen Grommeldor was toch niets te doen. Een geweldige stroming in het water rukte hem bijna van zijn koraalstam af, maar de duiker hield zich goed vast, en hoewel zijn handen bijna openscheurden aan het koraal kon hij zich houden. Grommeldor was hem in volle vaart voorbij gezwommen....
Grommeldor zou echter vast terugkeren en Stiemer durfde zich niet te bewegen. Bovendien zou hij het veiligst vlak na Grommeldor over de koraalwand kunnen klimmen, want Grommeldor, die zeker was gaan kijken, wat de Boeglanders deden met hun geplons in de verte, zou, als hij terug was, vast raad houden. Dit had Stiemer juist gedacht. Toen hij een uur stil had gezeten en naar de koraalwand had zitten staren, bleek hem uit het voorbijzwemmen van een groot aantal zaagkaaien, dat Grommeldor weer in aantocht was. Stiemer keek om en daar zag hij het enorme dier weer naderen. Hij besloot dit keer zijn ogen