Eindelijk in de Kraalbocht
De volgende morgen ging Stiemer al vroeg op weg met de Corrie. Hij had met dat geklim in het koraalbos al een dag verloren en het werd tijd, dat er nu eindelijk eens iets aan de bevrijding van Stalma gedaan werd. Diep onder water varen ging niet, want dan zou de Corrie op het koraal stoten, en boven water varen ging ook niet goed, want als de Boeglanders hem zagen, dan zouden zij zonder twijfel het eerst jacht op hem maken. Stiemer voer dus zo'n beetje half onder en half boven water en naderde zo voorzichtig de Kraalbocht. Wat hij daar zag, deed hem zeer schrikken. Zo'n vloot van schepen had hij nog nooit bij elkaar gezien! De baggermolens baggerden, de vissersschepen visten en daar tussendoor krioelden vlotjes met hengelaars. De oorlogsschepen schoten af en toe in de lucht en deden in het algemeen bijzonder bedrijvig en grote kranen met enorme grijptangen waren vast bezig het koraal uit de zee te breken. Alle schepen hadden in de mast bovenop enorme portretten van de voorzitter van de commissie voor de zeevaartkunde, zodat het net leek, alsof die toch alles zag, wat wel ongeveer zo was ook, want slaagde de expeditie er niet in de vis te vangen, dan zouden de deelnemers nog wel een en ander van hem te horen krijgen. Om het half uur hield