Stiemer krijgt bezoek
De eerste dieren van Zoönesië, die eens poolshoogte kwamen nemen bij de Corrie, (alle dieren hadden Stiemer zien aankomen) waren twee apen en een beer. De apen deden heel druk en zenuwachtig, maar de beer deed net, of hij een soort burgemeester was, die bepaalde formaliteiten had te vervullen. Stiemer zat aan dek zijn kaarten te bestuderen, toen de dieren naderden. Toen ze bij hem gekomen waren, stond hij op en hij groette vriendelijk. De apen gingen nu achter de beer staan, zodat deze helemaal voorop kwam, wat hem minder beviel. En toen hij bij de Corrie was, ging hij naar het scheepje staan kijken, of hij daar maar toevallig langs was gelopen en eigenlijk niet goed wist, of hij daar wel komen mocht. Tegelijkertijd hield hij Stiemer nauwkeurig in het oog en sloeg hij de apen, die hem in zijn haren pakten, los.
Stiemer kwam echter op hem af en zei, dat hij van plan was een tijdje op het eiland te blijven en hij vroeg, of daar van de zijde van de dieren geen bezwaren tegen bestonden. De beer keek om naar de apen, maar die stonden nogal te giechelen, want zij vonden het erg grappig, dat aan hen permissie werd gevraagd om op het eiland te blijven. De beer deed echter waardiger en hij zei, dat hij natuurlijk met de anderen hierover moest spreken, maar dat hij niet verwachtte, dat men erop tegen zou zijn en dat Stiemer dus voorlopig maar moest blijven. Toen wilde hij van zijn kant ook wel eens iets horen en hij zei, dat hij weliswaar niet wist, wat Stiemer kwam doen, maar dat hij prijs zou stellen op diens verzekering, dat hij