Grote verwarring en een belangrijk besluit
Onder water in de haven was het intussen een verwarring van je welste, want daar waren de negentig Boeglandse duikers nog almaar aan het zoeken. Zij liepen elkander zeer in de weg en in hun ijver gingen zij zover, dat zij de ankers van de schepen, die daar lagen, uit de grond trokken en geheimzinnig langs de bodems en de wanden van alle schepen, die daar dreven, schuurden, zodat alle schippershonden nijdig gingen blaffen en het een wanorde werd, zoals nog nooit iemand gezien had. Die verwarring werd nog erger, doordat al die schepen zonder anker in beweging kwamen en de kapiteins elkander de schuld gaven en de bemanningen van de schepen, die tegen elkander botsten, gingen schelden en begonnen te vechten, zodat het wel oorlog leek. En toen kregen bovendien de 90 duikers onder water ook nog ruzie en de slangen, waar zij lucht door kregen, geraakten in de knoop en het werd een rommel, zoals nog nooit iemand in het keurige Boegland had gezien, en de voorzitter van de commissie voor de zeevaartkunde, die begreep, dat er iets moest gebeuren, schreeuwde zo verschrikkelijk hard om stilte, dat iedereen, die tot dusverre gedacht had aan een ongeluk, begreep, dat het opzet was, en ook mee begon te vechten.
Op die manier duurde het nogal enige tijd (eerst moesten de 90 duikers in een