terrassen moesten bouwen langs de baai, om toch maar ten volle van de toeristen, die ademloos van bewondering toekeken, te kunnen profiteren.
De vissen, die Stalma roven wilden, hadden dagen nodig om een plan uit te vinden. Zij schaamden zich bizonder tegenover de oppertandhaai Grommeldor, (wiens nobele aanbod om Stalma onder zijn hoede te nemen hen bijna verlegen had gemaakt van dankbaarheid), dat zij zo veel tijd nodig hadden. En zij verachtten zichzelf om hun geringe schranderheid, dat zij na zo'n gul aanbod geen middel wisten om Stalma in de kortstmogelijke tijd naar de Kraalbocht te krijgen.
Hoe lichter het in de baai werd, des te donkerder werd de stemming onder de roofdieren, die er niet in durfden, en zoveel te vreselijker plannen werden uitgedacht om Stalma te laten verdwijnen. Toen dan ook op een dag een inktvis deed weten, dat hij het gevonden had, begreep iedereen, dat het een ingewikkeld en gevaarlijk middel was, dat de inktvis verzonnen had, aangenomen al dat het zou kunnen gelukken.