Het antwoord van de keizer
De gezant begon op die vraag een beetje te blozen, want de Spelelanders wisten wel, dat zij niet zeer nuchtere lieden waren. Vooral zo'n gezant, die altijd in het buitenland is, moest dat wel vaak ontdekken. Eigenlijk is de beschrijving nog erg dichterlijk, zei de gezant dan ook bedeesd, maar ik zal U haar voorlezen, als U er prijs op stelt. En de gezant begon te lezen uit de Keizerlijke brief: ‘Stalma is de wondervis van Onze eerbiedwaardige dromen. Haar schoonheid wordt door niets overtroffen. Haar verstand is niet te beschrijven, de couleur van Haar ogen is diep als de hemel in de nacht en het water dat zij inslikt stroomt als vloeibare diamant weg tussen haar kieuwen. Stalma is de Wondervis van Speleland; wie het zou wagen Haar te beschrijven, zou zich schuldig maken aan majesteitsschennis, want Stalma's heerlijkheid is niet te beschrijven.’ Dat is het, zei de gezant zacht. Het heeft de Keizer behaagd het zo uit te drukken en zijn woord is de waarheid.
Stiemer zeide natuurlijk, dat hij zeer getroffen was door de sierlijke woorden van de Keizer, maar hij zei ook, dat een zekere grotere nauwkeurigheid in de beschrijving geen kwaad had gekund. Want hij vreesde dat maar weinig mensen en maar weinig dieren, die hij naar Stalma zou moeten vragen, zouden begrijpen wat hij bedoelde, als hij over een vis sprak, die ogen had zo diep als de hemel in de nacht.