Woord vooraf
Voor een wiskundelerares met belangstelling voor de Middeleeuwen en hart voor de Nederlandse taal is de rekenwoordenschat uit de vijftiende- en zestiende-eeuwse rekenboeken een prachtig promotie-onderwerp. De jaren waarin ik dit onderwerp met veel enthousiasme bestudeerd heb, heb ik in de eerste plaats ervaren als een periode van persoonlijke groei.
Mijn wetenschappelijke groei is gestimuleerd door maar liefst drie excellente promotoren. Prof. Dr. Henk Bos, Prof. Dr. Wim Gerritsen en Mw. Prof. Dr. Ria Jansen-Sieben hebben mij gevoed met hun kennis en ervaring op zeer uiteenlopende terreinen van wetenschap. Hun constructieve commentaar was kritisch, maar ik ben blij dat ze niet met minder genoegen hebben genomen.
Mijn groei van geloof in eigen kunnen was minstens zo belangrijk. Op de lange weg naar zelfvertrouwen mocht ik verscheidene malen neerstrijken in de rozentuin van Mw. Prof. Dr. Ria Jansen-Sieben die mij, temidden van deze bloemenpracht, door een uitgekiende combinatie van gastvrijheid en peptalk wist te overtuigen van mijn ‘promoveerbaarheid’.
Een onderwijsbaan laat zich niet altijd eenvoudig combineren met wetenschappelijk onderzoek. Ik stond mezelf niet toe concessies te doen op een van beide terreinen. Dr. Jan van Maanen werd mijn voorbeeld en leerde me hoe je deze combinatie kunt uitbuiten en maken tot meer dan de som der delen. Een continue stroom van waardevolle inhoudelijke kanttekeningen, gekruid met stimulerende adviezen, vloeide in de afgelopen jaren via e-mail, papier en telefoon van Groningen naar Schalkwijk.
Op het gebied van historische lexicografie en middeleeuws Latijn was ik een onbeschreven blad. Mw. Drs. Katrien Depuydt en Prof. Dr. Arpád Orbán hebben met grenzeloos geduld mijn eerste schreden op deze gebieden begeleid en ondersteund zonder ooit te lachen om mijn beginnersfouten.
Toon de Wit werd mijn persoonlijke computerdokter, die met menig gratis consult technisch onheil wist te voorkomen of op te lossen. Drs. Vincent Jonker bracht mij in contact met Drs. Jeroen Fokker, een briljant informaticus, die mijn statische glossarium tot een dynamisch onderzoeksinstrument omtoverde. Elke zin in dit proefschrift werd op stijl, spelling en interpunctie gecontroleerd door Mw. Drs. Willy van Royen en Mw. Drs. Lambertha Souman.
Stimulerend was de belangstelling van mijn broers, zussen en collega's en de steun van mijn vrienden, uit binnen- en buitenland, van jong tot over de honderd. Zonder de liefdevolle zorg van mijn ouders die mijn vasthoudende bevlogenheid niet altijd konden volgen, maar die waardering voor mijn keuzes hadden en vertrouwen in de goede afloop, was ik nooit zo ver gekomen.