Veere, 24 Augustus 1991
Lieve Gustaaf en Janna,
Heel hartelijk dank voor jullie brief van de 19e, die we, door uithuizigheid, pas gisteren lazen. Wij dachten dat jullie nog in Frankrijk waren en verwachtten eerlijk waar gezegd pas tegen het eind van de maand bericht van jullie.
De hele maand heb ik een licht schuldgevoel gehad omdat ik jullie zo'n lange brief heb geschreven. Maar ja, jullie daar in het land van Fayence, waarom zou ik jullie geen Hollandse reisbrief schrijven? Ik moet me verontschuldigen voor mijn foutieve routebeschrijving naar Joan Duponts huis. Ik had gehoopt dat Geneviève jullie wel even naar Joan toe zou brengen, maar inderdaad: ik had jullie nog een straatje verder moeten sturen. Nu ik toch zo schuldbewust ben: ook mijn beschrijving van onze wandeling in Veere was niet accuraat. Naar het schijnt liggen de restanten van kasteel Sandenburgh heel ergens anders.
Wat jammer dat Joan (nog) geen tekening van Gustaaf heeft gekocht! Ik weet zeker dat ze nooit betere tekeningen van Callian heeft gezien dan die van Gustaaf. Toen Jani Falloux een paar jaar geleden haar terras verbouwde liet Joan zich ontvallen dat ze graag een paar mooie tekeningen van Callian zou willen hebben. En we waren het er toen allemaal over eens dat de kunstenaars uit de streek alleen maar kitsch produceerden. Waarschijnlijk is Joan Gustaafs tekeningen van Callian gaan vergelijken met zijn tekeningen van andere dorpen in de Var. En het is misschien wel waar dat zijn tekeningen van Seillans, Bargemon, Clavel, etc. die van Callian in kwaliteit overtreffen. Ik weet precies welke tekening ze wil dat Gustaaf volgend jaar voor haar gaat maken. Op de weg naar Mons heb je vanaf een bepaald punt een schitterend zicht op de kerk en het dorp. Ze wil zo'n tekening hebben als Gustaaf van de daken van Tourette heeft gemaakt.
Jullie brief bevat een paar mededelingen waar wij nogal van opkijken. Je schrijft dat niet Geneviève maar ‘haar man’ jullie naar Joans huis heeft gebracht. Geneviève Rue heeft al die jaren die wij in Callian waren boven de Tabac van haar vader gewoond en haar minnaar was toen Guy Perrot, de dorpselektricien, een aardige kerel, met wie wij soms literaire weddenschappen afsloten. Maar vorig jaar september hoorden we dat ze uit elkaar gegaan waren en dat Guy naar Bordeaux was vertrokken. Wat moeten we nu uit jullie brief opmaken? Is Guy weer terug? Of heeft hij inmiddels een opvolger? Een ander opzienbarend nieuwtje is dat Gunnar, de Zweedse schilder, weer in het dorp is opgedoken.
Zo, Gustaaf, dus niet Janna's neef maar jij bent Kellendonk gaan lezen. En je hebt je maar meteen op zijn moeilijke roman Mystiek Lichaam gestort. Ik vond zelf Kellendonks essays heel goed, maar van zijn verhalend proza ben ik veel minder onder de indruk gekomen. Toevallig las ik juist deze week een stukje over Kellendonk in de krant. Daarin werd beweerd dat Kellendonk in Mystiek Lichaam antiparallellie bedreven heeft met een werk van Andreas Burnier. ‘Antiparallellie’ is een milde vorm