Veere, 8 januari 1991
Lieve Janna, beste Gustaaf,
Heel hartelijk dank voor jullie goede wensen voor het nieuwe jaar. Gustaafs brief van 12 december kruiste de mijne van de 11e. Ook hartelijk dank voor de mooie kersttekening en voor de bijgevoegde afdrukjes.
Gustaafs tekeningen van die twee oude Calliannais op het terras van Le Petit Vatel riepen bij ons herinneringen op aan onze eerste Calliannese jaren. Le Petit Vatel was toen nog in handen van de familie Rebuffel. Uit die tijd staan ons behalve onze door de welwillende bemoeizucht van de oude Birot totstandgekomen kennismaking met jullie de perikelen met Anthony en Liana Burgess nog goed bij, en onze ontmoeting met Eric Nilsson. Een van de twee oude heren op de tekeningen herkenden we ondanks de schetsmatige opzet direct. Het is de grootvader van ‘de tweeling’. De andere figuur is minder uitgesproken en we kunnen ons er zo'n drie of vier Calliannais uit die tijd bij voorstellen.
Wat een schitterend verhaal! Die Aha-Erlebniss van Gustaaf in Crémieu is werkelijk heel frappant! Zulke poëtische coïncidenties komen inderdaad voor en als je er ontvankelijk voor bent ervaar je op zo'n moment het Goddelijke. Zelf ben ik daar niet zo ontvankelijk voor, maar ik voel me bij het vernemen van zo'n verhaal (als nu van Gustaaf) wel altijd enorm begunstigd. Een dergelijke wonderlijke bewustzijnsflits kun je niet terugvoeren op de werking van het onderbewuste, of uitsluitend verklaren uit taalassociatie, want er is immers sprake van een wisselwerking tussen het on(der)bewuste en het ongekende concrete; er is toeval in het spel, en er zijn buiten het subject vallende, oncontroleerbare omstandigheden. Een mooi verhaal, Gustaaf! Die plotselinge bewustwording van Jonquille's ‘aanwezigheid’ in La côte St. André zal wel diepe indruk op je gemaakt hebben. Misschien kan ik je later zelf eens over zo'n ervaring vertellen. Nina en ik maakten iets dergelijks eens mee in Auvers sur Oise. En ik heb een paar jaar geleden op net zo'n wonderlijke manier in St. Paul de Vence (bij Maeght) antwoord gekregen op de vraag of mijn grootvader (de pleegvader van mijn moeder) en Mondriaan elkaar in Domburg ietsje meer dan oppervlakkig hebben gekend.
Ik hoop dat jullie een leuke tijd in Bargemon gehad hebben. Wij zijn nu eindelijk een beetje aan ‘Holland’ gewend, maar één zo'n berichtje van jullie doet ons weer hevig naar het Zuiden verlangen. We hebben zelf een vrij rustige decembermaand achter de rug. Ik heb wat problemen met mijn gezondheid gehad. Nina heeft inderdaad dat baantje bij de bibliotheek in Middelburg gekregen, ze vindt het leuk, al hoopt ze wel binnen afzienbare tijd bij wat substantiëlere bibliothecaire zaken betrokken te zullen worden. Al met al valt het op onze leeftijd niet mee om een normaal maatschappelijk leven op te bouwen. Ik probeer zelf door te gaan met een verhaal waar ik al in Callian aan was begonnen. Maar het schrijven gaat me hier veel moeilijker af.