25
Ik heb al die tijd niet geweten dat Vanlaar een vriendin aan boord heeft. Het is Clara, een van de stewardessen.
Misschien heb ik Clara al weleens in de keuken zien lopen. Maar dan is ze me niet opgevallen.
Vanlaar heeft haar alles opgebiecht. En daarna heeft hij haar op mij afgestuurd in de hoop dat zij mij aan hem zou kunnen verplichten. Clara stond me vanavond in de corridor op te wachten.
Ze kwam op me toelopen en sprak me aan. Zonder omhaal vroeg ze me mee naar haar hut te gaan.
Onderweg naar de vrouwenafdeling sprak ze niet met me. In de vrouwenafdeling stonden tot mijn verbazing bijna alle deuren halfopen. Toen we in haar hut waren deed Clara de hare wel dicht. Ze aarzelde of ze de deur op slot zou doen, maar zag daar van af.
In de hut kon ik wat rondkijken. Er waren maar twee kooien in de hut. Aan de wanden zag ik een wastafel, een toilettafeltje, een schrijftafeltje, en een paar hoge zitstoelen. In het midden stond een salontafeltje met twee kleine leren fauteuils. Deze hut was aanzienlijk gerieflijker dan de mannenhutten. Wat me vooral beviel was de patrijspoort in de hut. Er hingen nergens obscene platen.
Ze gebood me om in een van de fauteuils plaats te nemen. Zelf ging ze niet zitten. Ze liep naar een van de twee hutkasten, deed de kastdeur open en begon achter de deur haar uniform uit te trekken. Ik hoorde het ritselen van haar kleren. Even later stond ze voor me in een rode peignoir. Ze deed de kastdeur dicht, schoof het gordijn van de benedenkooi open en ging op de kooirand zitten.
We zaten elkaar een tijdje glimlachend aan te kijken. Ik vroeg me intussen af waarom ze haar vriend niet van een alibi voorzag. Was ze daar niet toe in staat of wilde ze het niet? Op zeker ogenblik ging ze wat verzitten en ik zag haar borsten vrij onder haar peignoir bewegen. Ze raadde natuurlijk mijn gedachten, maar vreemd genoeg ontweek ze mijn blik. Die ervaren vrouw begon als een schoolmeisje te blozen.
Plotseling stond ze op en begon tegen me te schreeuwen. ‘Wat een schoft ben jij, Lazonder!’ riep ze. Haar neusvleugels trilden en haar schouders schokten. Ze begon als een dolle om mij heen te lopen.
‘Het kan jouw gewoon niet schelen!’ riep ze. ‘Wat er met Vanlaar gebeurt! Of met mij! Jouw kan het geen bal verdommen! En ook aan die Molukker heb je lak, schoft! Dood of levend, jouw is het allemaal om het even! Waarom wil je niet weten waarom die twee mannen zo tegenover elkaar stonden? Gaat het je niet aan? Is het verdomme lucht voor je? Zeg dan tenminste dat je je mond zult houden!’
Zo ging ze tekeer tegen me. En onderwijl liep ze maar om me heen te rennen. Ik vond de situatie aanvankelijk nogal komisch en moest me inhouden om niet in lachen uit te barsten. Maar na enige tijd werd ik er somber van.
Tenslotte kalmeerde Clara weer. Ze liep naar de kooi toe en ging er met haar grote lijf languit in liggen. Ze vroeg of ik haar wilde neuken. ‘Neuk me!’ gebood ze