24
En vandaag is Vanlaar opnieuw bij me gekomen. Maar eerst was er de rat.
Vanmiddag heeft er in de keuken iets zeer uitzonderlijks plaatsgevonden. Als ik het niet zelf had meegemaakt zou ik het niet geloofd hebben. Om mij het schrijven te vergemakkelijken noem ik mijn verslag: DE GESCHIEDENIS VAN DE RAT.
Vanmiddag kort na de lunch begon er in de keuken iemand plotseling te schreeuwen. Het was een van de oudere koks, de man was totaal overstuur, hij stond wild met zijn armen te zwaaien. Een paar andere koks snelden op hem toe om te vragen wat er aan de hand was. Maar de oude man weigerde ieder commentaar. Pas toen de chef-kok zich ermee bemoeide en hem met een reprimande dreigde stamelde hij: ‘Een rat. Een rat.’
Daarop barstte er in de keuken een hilarisch gelach los. Niemand nam de kok serieus. Van de weeromstuit begon de oude man nu zelf vrolijk te grinniken.
Het incident was al gauw weer vergeten. Maar toen zetten twee andere, veel jongere koks het op een schreeuwen. Deze koks wachtten de toestemming van de chef-kok niet af en begonnen, gewapend met een paar steelpannen, door de keuken te rennen. Ook zij werden niet serieus genomen. Iedereen dacht dat ze hun oudere collega nog even voor schut wilden zetten. Tot ze plotseling in een hoek naar onderen doken. Er volgde een wild geklop en even later hielden de koks een rat bij de staart omhoog.
Er brak grote consternatie uit in de keuken. De chef-kok rende naar de lift om de hofmeester te waarschuwen. Overal werd gescholden. Er werd al druk gespeculeerd over wie de schuld van de gebleken sanitaire misstand zou moeten krijgen.
Maar de twee jonge koks lieten zich daar allemaal niet door van de wijs brengen. Ze liepen met triomfantelijke gezichten naar het grote keukenbuffet en legden de rat op een bord. Ze begonnen aan iedereen die het maar horen wilde te vertellen hoe ze de rat gevangen hadden. Er kwamen steeds andere nieuwsgierigen naar hen luisteren.
Gaandeweg begon hun verhaal het karakter van een jachtavontuur aan te nemen. De koks vertelden hoe de rat na zijn ontdekking niet naar een nieuwe schuilplaats had gezocht maar als een gek heen en weer was gaan rennen. Daardoor had hij zich telkens opnieuw verraden. Op zeker ogenblik was hij uitgeput in een hoek gaan zitten. En daar had hij zich willig laten doodmeppen. Pas op het allerlaatst was de rat met zijn voorpoten gaan spartelen. ‘Te laat! Veel te laat!’ riepen de koks.
Ik ben ook zelf even naar het kadaver gaan kijken. Ik heb de rat op het bord zien liggen. Terwijl ik ernaar keek bekroop me hetzelfde ongemakkelijke gevoel van welbehagen dat omstanders van verkeersongelukken wel hebben.
Vanmiddag nog is de keuken aan een grondige inspectie onderworpen. Toen de hofmeester de rat op het bord zag liggen werd hij heel kwaad. Naar verluid zullen de twee jonge koks aan het eind van de reis wegens wangedrag ontslagen worden.