13
Het is zondag vandaag. Vanmorgen in alle vroegte zijn er aan boord speciaal voor de bemanning twee protestantse kerkdiensten gehouden. Iedereen die op dat vroege uur niet onmisbaar was heeft er naar keuze een van mogen bijwonen. Ik heb aan boord al vaak over ‘de scheepskapel’ horen spreken. Dientengevolge heb ik steeds gedacht dat ons schip een aparte kerkruimte rijk was. Maar nu ben ik er dan achter dat die zogenaamde ‘scheepskapel’ niets anders is dan de bioscoop. Daar worden alle godsdienstoefeningen gehouden. De bioscoop is dan wel aan de godvruchtigheid van de opvarenden aangepast. Alles wat aan zijn profane bestemming herinnert is weggehaald of aan het oog onttrokken. Er zijn kerkelijke attributen in het zaaltje geplaatst.
Later op de dag zijn er ook passagiersdiensten gehouden. Deze passagiersdiensten mogen ook door de officieren worden bijgewoond. Er viel vanmorgen in de keuken bitter weinig animo voor de kerkgang te bespeuren. Als er al een mis is opgedragen zijn de Spanjaarden daar niet extra vroeg voor opgestaan. Massing is naar eigen zeggen wel gelovig, maar hij vindt het werk in de pantry al stichtelijk genoeg. De Zilverpoetser begon de Dag des Heren met een reeks extra stevige vloeken.
Niettemin heeft er de hele dag een echte zondagssfeer geheerst aan boord. Iedereen was vrolijker, meer geneigd tot een praatje.
Het is nu avond. Ik zou graag mijn pen neerleggen. Maar ik moet nog een gewichtig onderwerp aansnijden.
Ik moet een bekentenis doen. En wel deze: ik ben niet vrij meer. Ik ben een gevangene geworden. Ik ben een gevangene van het water geworden! Bij alles wat ik denk en doe voel ik de druk van die grote oneindigheid!
Niemand heeft ooit beter, indringender, over de Almacht van de Oceaan geschreven dan De Lautréamont. De onbevattelijke grootheid van het water heeft in de geheimzinnige, majesteitelijke ordeloosheid van de Zangen van Maldoror zijn meest accurate uitdrukking gevonden. Waarschijnlijk heeft de jonge Isodore Ducasse (De Lautréamont) op zijn reis naar Europa, staand aan de reling van een eenzaam koersend schip, net zo'n verpletterende ervaring opgedaan als ik. Hij moet net zo'n shock hebben opgelopen als ik aan het begin van deze reis. Maar heeft Ducasse zich toen met de Zangen van de betoverende beklemming van het water proberen te bevrijden? Nee, dat denk ik niet. De Oceaan, het water zelf, heeft door hem een zelfportret willen maken!
Ik ben sinds mijn vertrek uit Rotterdam totaal veranderd. Iemand zou kunnen uitroepen: Nee, hij is het niet. Hij is een ander geworden! Mijn besluit om aan te monsteren was destijds geboren uit mijn wens om met het verleden te breken. Ik wilde weg uit O. Ik wilde geen geëffende paden bewandelen. Maar je kunt die paden niet zomaar verlaten. Om vrij te zijn moet je eerst jezelf breken.
Toen ik nog in O. was droomde ik vaak dat ik ergens midden op de oceaan naar de golven stond te turen. En ik vroeg me dan af hoe ik me tijdens mijn reis zou voelen. Hoe zou ik dan op mijn oude leventje terugkijken? Ik hoopte dat die terugblik me meewarig zou stemmen. Ik leefde toen nog in de verwachting dat mijn leven door