Massing is al met al een raadselachtige figuur. Waarom staat hij daar bij de zijwand zo intens treurig over het water te turen? En waarom blijft hij als ik de kar terugrij altijd in het depot achter?
We hadden vanavond in het depot een kort maar heftig dispuut. Misschien heeft dat dispuut wel het einde van mijn baard heeft ingeluid.
Massing vroeg me vlak voor ik de kar weer naar de keuken zou terugrijden:
‘Is je scheerapparaat kapot, Lazonder?’
‘Nee, chef,’ zei ik.
‘Waarom scheer je je dan niet?’
‘Omdat ik mijn baard laat staan, chef,’
‘Nee, dat wil ik niet!’ zei Massing.
‘Waarom niet, chef?’
‘Komt niets van in! Geen bavianen in mijn pantry!’
‘Maar er zijn toch wel meer baarden aan boord, chef?’
‘Kan best zijn,’ schreeuwde Massing. ‘Maar ik wil het niet! Het is niet hygiënisch. Nee, ik duld het niet!’
Ik probeerde hem nog op andere gedachten te brengen. Maar dat is me voorlopig nog niet gelukt.