39.
Blind en ziende; verloren en gevonden!
Aan den weg, nabij Jericho, zit Bartimeüs. Hij is een blinde bedelaar. Altijd is het nacht voor hem. Wie bekommert zich om hem? ....
Zeker niet die groote schare, die hij hoort naderen. Duizenden voetstappen dreunen op den weg. Duizenden stemmen klinken hem in de ooren.
‘Wat is dit toch?’ roept Bartimeüs. Dit moet wel iets bijzonders zijn!
Het is het ook. ‘Jezus, de Nazarener, gaat voorbij!’ roept men hem toe. Ja, Jezus gaat voorbij. Temidden van duizenden feestgangers. Naar Jeruzalem reizen ze. Mèt Hem in hun midden. Naar het Paaschfeest. Hij is hun Koning; straks zullen ze Hem kronen. En al Zijn vijanden zullen voor Zijn aangezicht vergaan, als was, dat voor gloeiende kolen smelt.
‘Jezus, de Nazarener!’ hebben ze den blinde toegeroepen. En Bartimeüs' hart springt op van vreugde. Jezus, dat is de Zone Davids; dat is de Messias! Die kan blinden de oogen openen!
Hij begint te roepen, te roepen zonder ophouden: ‘Jezus, gij Zone Davids! ontferm U mijner!’
Zwijg! voegt men hem toe. Zou Jezus Zijn reis onderbreken, Hij, de Koning, voor een ellendigen bedelaar!
Maar Bartimeüs roept zooveel te meer: ‘Zone Davids, ontferm U mijner!’
En Hij ontfermt zich!
Hij laat Bartimeüs vóór zich brengen. Daar klinkt het den blinde tegen: Wat wilt gij, dat Ik doen zal?
En vol vast vertrouwen en sterk geloof, bidt hij: ‘Heere! dat ik ziende mag worden!’
‘Word ziende, uw geloof heeft u behouden!’ antwoordt de Heiland.
Terstond geschiedt het: hij wòrdt ziende. Hij ziet ... Jezus het eerst! En God verheerlijkend, volgt hij met de schare, den Zoon van David, in wien hij gelooft.
Jubelend vervolgt de schare haar weg. Naar Jericho, de palmstad.
Opeens staat Jezus stil! Hij ziet opwaarts. En aller oog volgt Jezus' blikken. Dáár, tusschen de takken van dien wilden vijgeboom, zit een man, klein van gestalte.
En nog eer de schare recht weet, wat er gebeurt, hooren ze Jezus' stem, die tot den man in den vijgeboom zegt: ‘Zacheüs, haast u en kom af, want Ik moet heden in uw huis blijven!’
De man klimt haastig naar beneden en ontvangt straks Jezus met vreugde in zijn huis.