18.
Levi geroepen.
In zijn tolhuis zit Levi.
Levi is een tollenaar, een belastingpachter. De tollenaars staan bij het volk in een slechten reuk. En geen wonder!
De Romeinen heerschen over de Joden. Zware belastingen worden aan het volk opgelegd. Maar de Romeinen innen die belastingen zelf niet. Ze verpachten ze. En de pachter, de tollenaar, biedt aan de Romeinen veel hooger som, dan de belastingen bedragen. Toch wordt hij als tollenaar rijk! Want door schandelijke afpersingen weet hij zóóveel geld binnen te krijgen, dat hij in weinige jaren schatten bezit. Wie zou het hem beletten? De Romeinen bekommeren er zich niet om; als zij hun deel maar ontvangen. En zij hebben gewapende soldaten tot hun dienst, die met stokslagen of nog erger mishandelingen de weerspannigen wel zullen dwingen.
Tollenaar te zijn, dat beteekent een dief, een schaamtelooze dief te wezen.
In zijn tolhuis zit Levi, de zoon van Alfeüs, een Jood, èn... een tollenaar! Hoe is 't mogelijk! Een Jood, die den Romein helpt in het verdrukken van zijn volk, ja, die de onderdrukking nog wreeder maakt.
Daar zit Levi. De rijke Levi. Toch staat zijn oog niet vroolijk. Zijn schatten brengen hem geen vreugd meer. Zijn geld kan hem niet troosten. Lang leefde hij voort, in zijn zonden. Maar... daar is een Man gekomen, wiens woorden ook in Levi's hart weerklank hebben gevonden: Bekeer u! Het koninkrijk Gods is gekomen!
Jezus heeft hij ontmoet en sinds heeft hij geen rust meer. Hoe zullen zijn schatten hem van den toorn Gods bevrijden? Is hij niet schuldig, diepschuldig voor 's Heeren recht? Ach, hoe zwaar heeft hij gezondigd! Hoe zal hij voor God kunnen bestaan!
Maar... de groote Profeet sprak óók van genade, van vergeving. Komt tot Mij, die vermoeid en belast zijt, zoo heeft de vriendelijke uitnoodiging weerklonken.
En zulk een vermoeide, met zonden beladene, is ook Levi geworden. Zou Jezus hem nog willen aannemen; hèm, den tollenaar?
Zie, daar nadert Hij. Vlak bij hem is Hij reeds. En eensklaps werpt Hij een blik op Levi. En plotseling klinkt in Levi's oor: ‘Volg Mij!’
O, die blik! die stem! Zij treffen Levi's hart!
Dadelijk is Levi beslist. Alles verlaat hij. Jezus volgt hij: Hem wil hij dienen, met volle liefde. Zijn discipel is hij. Hij neemt afscheid van zijn vroegere vrienden. Een grooten maaltijd richt hij aan. En... mèt al die tollenaren en zondaren zit Jezus aan. Dat kunnen de Farizeën, die in hun