Uoor-reden over de navolgende geschiedenisse,
Regum 22 Capittel.
DE Koninck Achab versocht wesende vanden Koninck Iosophad, die hy op het heerlijckste na syn weerdicheyt ontfangen hadde, heeft door syns herten vermeten hoochmoet (sich gesterckt vindende door den Godtzaligen arm Iosophads) voorgenomen de dry-jarige vrede te stooren tusschen hem ende de Sirieren, om met de scherpte des sweerts te verkrijgen syn vaderlijcke eygen geboude stadt Ramat, ghelegen in Geliad, en raet plegende hier over met vier hondert Propheten (die van Gode vervult waren met eenen valschen geest, hoort hun gelucheyt en zegen propheteren, maer Micha, Iemlaes soon, een Propheten Scholier, geleert zijnde door Goddelijcke gesichten, weerspreect ende straft de loghen-Propheten, ende propheteert den godtloosen Koninck schade, ja zoo hy voort vaert, syn ongeluckige doot: waer over hy wert geslagen, bespot en veracht, ende door bevel des Konincx wederom na den Kercker gesonden, die nochtans na de voor-zegginge Michee hem vint buyten gevaer na syn bedachte list inden aenghevanghen strijt, door't verkeert oordeel van syn overwinninge bedrogen: want een Sirier teghen 'tverbodt syns Konincx spant synen boge, en schietende treft hy den versteken Achab op synen wagen inde lendenen tusschen 'tpantsier en 'thangsel van 'tgeweer, zoo dat hy't metten ondergang der Sonnen door te veel verlies syns bloedts, by Samarien heeft moeten metter doot bequelen: 'twelck alle Waerheyt-beminders door sprekende Beelden op't Tooneel vertoont wert, dewijl de Historie (na Cieroos schrijven) is een getuyge der tijden, het licht der Waerheyt, 'tleven der gheheugenisse, ende Leermeestersse des levens, een Bode der oudtheyt.
Gheeft ghehoor, ende luystert toe.