na mijn dood bij me in de kist stopt. Menig late wandelaar zal dan, tijdens mijn leesuurtje, de schrik om het lijf slaan omdat de aarde schudt en beeft, hij zal zich nabij de Vesuvius wanen, of menen dat Og, de koning van Basan, in aantocht is, allerminst op kousevoeten, en ik - ik denk alweer aan koudwaterkuren en kamillethee, slechts daaraan, want de rest heb ik al.
Interpunctie, cursiveringen, de typografie: alles is bij De Schoolmeester van essentieel belang. Zijn bladzijden maken grafisch eenzelfde indruk als het werk van de Engelse humoristen met wie hij wel wordt vergeleken (de inleiders noemen alleen de eerste): R.H. Barham en William Combe, wier boeken in de eerste helft van de negentiende eeuw populair waren in Engeland, en al eveneens fraai geïllustreerd werden: The Ingoldsby Legends van de eerste door Cruikshank, en Dr. Syntax. His three Tours in Search of the Picturesque, of Consolation, of a Wife, dat oorspronkelijk The Schoolmaster's [!] Tour heette, door Rowlandson.
De verwantschap ligt meer in de grafische aanblik dan in de versvorm, meer in de sfeer dan in de inhoud - De Schoolmeester blijft naast hen als eigenzinnig en eigen overeind. Hij is de komische held over wie de anderen schrijven: een kapellenvangende biedermeier bon-vivant die op een kanonskogel het luchtruim doorkruist.
Die sfeer bedoel ik.
De Schoolmeester markeert het begin van onze moderne letterkunde. Zijn kreupelverzen en kolder staan voor technische perfectie en, vooruit dan maar, voor ‘een manier om zich te handhaven’.
Want dat hij het moeilijk had, maken de brieven aan Van Lennep duidelijk genoeg. De fragmenten uit de brieven die in de inleiding van Van Deel en Mathijsen-Verkooijen afgedrukt worden zijn zo kostelijk, dat het een schande zou heten indien ze niet zo snel mogelijk integraal werden uitgegeven. De literatuurgeschiedenis heeft De Schoolmeester al zo vaak met vergalopperingen en eigenaardige verwijten mishandeld, met religieuze remmingen, dat ze nu eens wat terug kan doen voor haar ontuchtige, dierbare hoerenzoon, die uit Nederland moest vluchten omdat hij als Leids student een kind verwekte bij een dienstbode en daarenboven nog naar bed ging met de vrouw van een hem goedgezinde