de van Echte Kunst in, Kitsch was voor de gewone man en Kunst had niveau en vooral, en daarin kon je, dacht ik, het geluid van een van de medewerkers aan dat programma, Simon Mari Pruis, herkennen, Kitsch was natuurlijk niet functioneel. Voor mensen als Pruis betekent kunst functionaliteit of sterven; zodoende kwam hij er (oh, overjarige discussie) in dat programma toe een typische, zeg maar Art-Deco-richting als de Amsterdamse School in de architectuur af te doen als nonsens en luid te schallen, te jubelen en te sint-vitusdansen van vreugde over de bunkers van Betondorp. De bronskreet van het functionalisme, die door iedere sociologisch, agogisch of onlogisch georiënteerde student kunstgeschiedenis, die mee wil tellen, wordt aangeheven.
De gaskamers, meneer Pruis, ik heb het al eens gezegd, díé waren functioneel.
Nee, niet alleen bij die leuke mensen met bééldige spulletjes, maar ook bij die lui met aplomb is de begripsverwarring algemeen. Doch wat wil men? Golfplatenpersers, glazuurbereiders, balleningooiers, klosseninzetters, matrassennoppers, lingerieknipsters, neuzenzwikkers, stempelstellers, zodenstekers, zoutpannenstokers, zuurkooltrappers, zerkenschavers, zwemvestenmakers en zweedsroggebroodbakkers, ze hebben allemaal een eerlijk beroep, maar heeft een kunstcriticus of, pereant qui ante nos nostra dixerunt, een literatuur-, een muziek-, een toneelcriticus een eerlijk beroep? Je hoeft er, dat is klaar, niet veel voor te weten.
Maar van die geestelijke kappers weer naar de echte! Het is werkelijk verbazingwekkend hoe in enkele jaren ‘de’ Art Deco, waarvan vóór die jaren nog niemand gehoord had, een commerciële list is geworden die alles mooi en nieuw maakt. ‘Ziet, ik maak alles mooi en nieuw. En tweemaal zo duur.’
Elke modewinkel die niet louter boezelaars en verpleegstersschorten verkoopt, heeft een klap van de molen gekregen; ze heten Garbo, Twenties, Tarzan, Hollywood, Salty Dog, Laurel & Hardy, en uiteraard... 't Spulletje. Je kan zelfs geheel à la Art Deco uit eten, of à la half en half Art Deco, wat dan meestal neerkomt op een combinatie van nostalgie, Grootmoeders Tijd, Aubrey Beardsley, rustieke balpoten en empire-hengsels, de gekste dingen bij elkaar dus, hetgeen vanzelfsprekend ook aan het eten te merken is.