Conclusie
De sage van Ellert en Brammert duikt voor het eerst op in Annales Drenthiae uit 1660 van dominee Picardt en wordt geplaatst in het midden van de 15e eeuw. De datering van het verhaal is echter lastig. Het verhaal is een typisch volksverhaal en de meeste volksverhalen zijn niet of lastig te dateren.
In het verhaal zijn de hoofdpersonen eerst rovende moordenaars. De kern van het verhaal kan dan ook een vage herinnering zijn geweest aan criminele activiteiten op de heide. De persoonsnamen van de rovers zijn waarschijnlijk bedacht naar aanleiding van de niet meer begrepen aardrijkskundige benamingen Ellertsveld en Brammershoop.
Aan het eind van de 19e eeuw zijn de rovers uitgegroeid tot reuzen, onder invloed van de bekende Drentse hunebeddensage. In de 20e eeuw wordt ook gesproken van soldaten en zelfs homoseksuelen.
De sage kent verschillende versies en heeft zich weinig aangetrokken van lands- of taalgrenzen, wat veelvuldig voorkomt bij volksverhalen. De sage wordt ook op andere plaatsen in de wereld verteld. Volgens de internationale volksverhalencatalogi valt het verhaaltype onder de sprookjesmotieven SINAT 0965, Schelle warnt die Räuber en ATU 0965*, Robbers' Alarm Bell. Ook het verhaaltype SINSAG 0161, Die Entstehung des ‘Stipelzeichens’ komt veelvuldig in de verhalen naar voren.
Het ontvoerde meisje zou afkomstig zijn uit Westdorp of Orvelterveen en wordt pas in de 20e eeuw van een naam voorzien. Zij gaat door het leven als Marieke, Marijke, Marijchien, Hillechien, Jaantje Wever of Grietien Gelling. Ellert en Brammert verwekken kinderen bij haar, die zij in de verhalen ook weer verliest. Hoe moderner het verhaal wordt, hoe rijkelijker de details worden en hoe meer lokale plekken en namen in het verhaal genoemd worden.
In latere versies van het verhaal ontstaan compleet nieuwe verhaalelementen en/of -toevoegingen. Ellert en Brammert zijn op zoek naar de sleutel van geluk en worden gezien als de hunebedbouwers. Hiermee zijn de tot reuzen uitgegroeide rovers terug bij het in de 17e eeuw gangbare verhaal, waarin reuzen de bouwers van hunebedden zouden zijn. Daarmee worden Ellert en Brammert in tijd teruggezet naar de prehistorie.
Het volksverhaal van Ellert en Brammert wordt tegenwoordig