Resultaten.
Wroko di foeroe, ma wrokoman mantjeri. (Er is veel werk, maar arbeiders ontbreken.)
In den langen stoet die Woensdagmorgen 17 Juni 1931 door de straten van Paramaribo trok, werden bescheiden roode vlaggetjes meegedragen en een opschrift: ‘Geeft ons werk, 5000 gezinnen lijden gebrek, helpt, helpt, helpt!’
5000 gezinnen lijden gebrek. Ditmaal niet het gebrek dat vaak heerscht in de Surinaamsche gezinnen, het gebrek dat welhaast tot een gewoonte is geworden. Neen, daarmede bedoelt men ditmaal het nijpendste gebrek van den honger, het gebrek dat een vader met 8 kinderen 40 k.m. ver doet loopen, omdat hij geen geld heeft voor de reis en toch hoopt in Paramaribo hulp te vinden. 5000 Gezinnen lijden gebrek, daaronder zijn niet de gezinnen der Javanen, die tevergeefs om werk aankloppen en tenslotte tot misdaad vervallen, daaronder rekent men niet de duizenden op Curaçao en zij die over de heele wereld verspreid, thans het dubbele slachtoffer van hun vreemdelingschap en van de crisis zijn.
Vijfduizend gezinnen lijden gebrek, helpt, helpt, helpt!
En de burgerij snelt ter hulpe:
Het Kino Theater Bellevue stelt de geheele netto opbrengst van een voorstelling ten bate der werkeloozen. In Thalia organiseert men een Kruislandavond ten bate der werkeloozen. Er komt een Surinaamsch steuncomité tot stand en wij lezen: ‘Het scheppen van, of de directe verruiming van de werkgelegenheid zelve, zal echter niet van het comité uitgaan. Dit is de zorg van de Overheid. Door de werkeloosheid zijn de zorgen in vele ge-