Wij slaven van Suriname
(1934)–Anton de Kom– Auteursrecht onbekendVechten tegen de bierkaaiEr zijn menschen wier werk men van a tot z mag onderzoeken, zonder dat men één punt zal vinden waarop zij te kort zijn geschoten, menschen met groote ijver, toewijding en plichtsbetrachting, met een ontwijfelbare bekwaamheid en inzicht, die desondanks niets blijvends tot stand brengen en aan wier levenseinde men slechts de serie bouwvallen bespeurt van de werken, die zij met zooveel liefde op touw gezet hadden. Zij zijn degenen, die met alle kracht tegen een stroom in trachten te roeien welke hun boot met meer dan hun persoonlijke kracht drijft naar de klippen waarop zij straks, onder het hoongelach der menigte, schipbreuk zullen lijden. Zulk een man was ongetwijfeld baron van Raders. Hij vond een kolonie waarin emancipatie der slaven onmogelijk scheen, daar de vrijgelaten slaven iederen handenarbeid weigerden, omdat door den vloek der geschiedenis het begrip handenarbeid aan dat van de schande der slavernij onverbrekelijk was gekoppeld. En hij ontzag zich niet om, als gouverneur, persoonlijk de spade van den grondwerker ter hand te nemen ten einde te breken met dit funeste begrip. De aanleg, door vrije arbeiders, van het Ka- | |
[pagina 125]
| |
naal naar Kwatta, waarvan het verleggen der Steenbakkersgracht het begin was, was de eerste daad van groote moreele beteekenis die door een Nederlandsch gouverneur verricht werd, omdat hierdoor voor goed het vooroordeel, dat tegen veldarbeid bestond, weggenomen was. En wederom moeten wij berichten dat juist de voltooiing van dit werk, dat de kolonisatie van 60 vrije boerengezinnen mogelijk gemaakt zou hebben, door de tegenwerking der regeering is verijdeld. Tevergeefs stelt van Raders uit zijn eigen middelen f 5000, - beschikbaar, tevergeefs tracht hij de maïsbouw in Suriname ingang te doen vinden, tevergeefs wil hij den veeteelt door het aankweeken van Paragras verbeteren, tevergeefs wil hij de West-Indische bankaffaire saneeren. Overal stuit hij op blinden, verborgen tegenstand, op een tegenstand die liever den volkomen ondergang der kolonie ziet komen dan dat zij een man als van Raders eenig succes zou gunnen. Want van Raders is de man die op de gouvernementssuikerplantage Catharina Sophia verkorting van den werktijd voor slaven in durft voeren, waarbij de productie niet daalde maar steeg van 3⅓ okshoofd suiker in een langgerekten dag tot 5 okshoofden in 10 uren. Van Raders verstrekt hun schoenen, waardoor ‘de voornaamste teekenen der slavernij’ teloor gaan. Van Raders verbiedt het transport van slaven van de eene plantage naar de andere. Van Raders wilde administrateuren tot een mildere behandeling hunner slaven bewegen.Ga naar eind67) Zulk een idealist is gevaarlijk, zulk een warhoofd maakt zich schuldig aan inbreuk op de rechten van de slaveneigenaren, zulk een droomer moet gebroken worden. En de droomer, wiens ergste schuld hierin bestond dat hij niet slechts een droomer, | |
[pagina 126]
| |
maar een bekwaam man van den daad was, wòrdt gebroken. Een nietig diplomatiek incident is voldoende om hem in 1852 ongevraagd zijn ontslag te verleenen. Hij was een man van karakter. |
|