Wij slaven van Suriname
(1934)–Anton de Kom– Auteursrecht onbekendGouverneur Crommelin 1752-1768Onder dezen bewindsman vonden vele der reeds genoemde gruwelen tegen de slaven plaats en terzelfder tijd spreken de boeken der Compagnie van vette winsten. Het was in dezen tijd dat de verordening werd uitgevaardigd, dat slaven niet meer uit de hand doch slechts ‘en vendu’ verkocht mochten worden. Het was ook in dezen tijd, dat de bezitters der plantages het beheer over hun ‘effecten’ meer en meer aan derden overdroegen. Deze gouverneur is echter vooral bekend geworden, omdat hij er in slaagde de door Mauricius ingezette politiek te voltooien, en zooals de encyclopaedie van Winkler Prins het uitdrukt, ‘den vrede van de boschnegers te koopen’. In werkelijkheid zag de zaak er zoo uit, dat reeds in October 1760 door Araby, Pomo en veertien andere opperhoofden der opstandelingen eenerzijds en Majoor Meyer voor de koloniale regeering anderzijds, een voorloopig vredesverdrag was geteekend. De inhoud van het concept verdrag kwam hoofdzakelijk hierop neer, dat deze boschnegers als vrije lieden erkend werden en hunne woonplaatsen zelf konden kiezen, mits op een behoorlijken afstand van de plantages. Verder zouden zij jaarlijks van de regeering eenige geschenken ontvangen, waar tegenover zij zich moesten verbinden om de slaven, die bij hen een toevlucht zochten, uit te leveren. Toen echter de gouverneur in de volle vergadering van het | |
[pagina 88]
| |
Hof van Politie en Justitie met open deuren verslag uitbracht over de gesloten overeenkomst, moest hij tevens namens deze boschnegers de waarschuwing mededeelen: ‘Dat de negers het eenmaal gegeven woord trouw zouden blijven, maar dat, indien de een of andere slaaf bij hen een toevlucht kwam zoeken, die daartoe door de wreede mishandelingen van zijn meester werd genoodzaakt, zij dezen slaaf nooit zouden uitleveren, omdat zij niet wenschten den gemartelden broeder, na de kwellingen die hij reeds doorstaan had, nogmaals aan de wreede hand der koloniale regeering over te geven.’Ga naar eind49) Bovendien was de vrede nog verre van volledig, daar tal van opstandige opperhoofden, onder welke de groote ‘Zamzam’ der boven-Saramaccaners, zich tegen elken vrede met de blanken bleven verzetten. De gesloten tractaten beteekenden slechts een wapenstilstand. Geen duidelijker getuigschrift is denkbaar voor de bedoelingen der Marrons dan dit eene, dat hun strijd en opstandigheid even lang geduurd heeft als de wettelijke slavernij op Surinaamschen bodem is gehandhaafd! |
|