Ont-werp der Neder-duitsche letter-konst
(1981)–A.L. Kok– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
Weergave van de titel: Schets van de Nederlandse spraakkunst, uit de eigen aard (de eigenschappen) van de Nederlandse taal, de op de rede gebaseerde gewoonte en het gebruik van de goede schrijvers, ten nutte van allen die haar een goed hart toedragen, in de meest noodzakelijke definities, onderscheidingen en voornaamste regels vervaardigd door A.L. Kók. Vgl. voor belangrijke elementen van deze titelpagina de in § 2 van de inleiding genoemde vertalingen onder no. 2 en 7, waar Uyt-beeldingen, Schiftingen en (Ghrondt-)reeghelen vertalingen blijken van definitiones, divisiones en regulae. Vgl. verder voor de terminologie ook D.J. Taylor, Declinatio. A study of the linguistic theory of Marcus Terentius Varro. Amsterdam, 1974, met name p. 116-120 en register, waar o.a. natura wordt omschreven als het taalsysteem zoals dat zich in de morfologie manifesteert, en consuetudo (gewoonte) als het individuele en toevallige gebruik van het taalsysteem.
| |
[pagina 2]
| |
Ga naar margenoot+Op de Letter-konst van A.L. Kók.De Leeuw, wel eêr ghe-woón zijn klaauwen klamGa naar voetnoot1 van bloedt
In Spaansche huep te slaan, om van zijn nek te rukken
Het kluister-juk, waar mê Kastieljens over-moedtGa naar voetnoot2
Zijn trótscheGa naar voetnoot3 boezemGa naar voetnoot4 zócht bal-daadighGa naar voetnoot5 t'onder-drukken;
Ver-leert die fierheidtGa naar voetnoot6 en, met lieffelijker ghloedt
Ghe-blakertGa naar voetnoot7, waaltGa naar voetnoot8 Laurier van oóre-lóghs ghe-lukkenGa naar voetnoot9
In Lauwer van ver-nuft, en eed'ler vonken voedtGa naar voetnoot10
Om zijn ver-kreeghe kroón, met sterff'loósheidt te smukken:
't Spits-vinninghGa naar voetnoot11 pitGa naar voetnoot12 zijns breins ont-zwachteltGa naar voetnoot13 eerst de winselen
Der Lett'ren en de ghrondtGa naar voetnoot14 van onz' Aal-duytscheGa naar voetnoot15 taal,
En schrijft d'onkund'ghe voorGa naar voetnoot16 met moederlijke praal
Wel spreekens wettenGa naar voetnoot17: om na deeze voor-beghinselenGa naar voetnoot18
In't zelfd' ghe-waadt te kleên der weetenschappen raamGa naar voetnoot19,
En toónen zich zó wel ter schachtGa naar voetnoot20, als schichtGa naar voetnoot21, be-quaamGa naar voetnoot22.
Zo ghe-zaait, zo ghe-maaitGa naar voetnoot23.
|
|